Less mm is more

Vogelfotografen denken vaak in meer. Met ‘meer’ bedoel ik meer millimeters. Heb je een 200mm-lens dan droom je een 400mm-lens. Als de 400mm-lens is aangeschaft komt er vanzelf een 500mm-lens. Dan nog een converter en een body met cropfactor en je hebt een behoorlijk bereik. Zo kom ik met mijn eigen combinatie aan 1120mm: 500mm (lens) x 1.4 (converter) x 1.6 (cropfactor van de body)...

Toch kan het ook anders. Ook met weinig millimeters kun je leuke en vooral creatieve foto’s maken. Denk eens aan de inmiddels beroemde foto van Adri Hoogendijk van een waterral in het landschap!

Als je bijvoorbeeld een 17mm-lens gebruikt, dan ontkom je er niet aan dat je camera in de buurt van de vogel zelf moet zijn op het moment dat de foto wordt gemaakt. Vaak is dit lastig en is juist dit de reden dat veel fotografen een teleobjectief gebruiken. Toch is niet de camera het probleem, maar de bediener van de camera. Kun je de camera in de buurt van vogel brengen en je bedient de camera op afstand, dan is dit probleem opgelost. Maar hoe doe je dat?

Plaats je camera vlak bij een plek waar je een vogel verwacht. Zie als voorbeeld mijn foto van de steenuil hieronder. Deze steenuil ‘woont’ op een boerderij en zit graag op een vast paaltje. Door de camera vlak bij dit paaltje te plaatsen en mijn camera te bedienen met een lange draadontspanner kon ik de steenuil fotograferen ‘in het landschap’. Let wel, weet wat je doet. Probeer je onderwerp niet te verstoren. Begin met een ‘imitatiecamera’ op statief (bijvoorbeeld een glazen jampot met een zwarte vuilniszak om de zijkant gewikkeld) op een afstand en zet hem elke dag een meter dichterbij. Zo went de vogel aan de aanwezigheid van een camera. Overhaast dit niet, zoiets kost nu eenmaal veel tijd.


Imitatiecamera


Weinig mm


Veel mm

Je kunt een vogel natuurlijk ook naar een plek lokken door op een vaste locatie regelmatig wat voer aan te bieden. De ’imitatiecamera’ leg je in de buurt, zodat de vogel daar aan is gewend.


Weinig mm


The making of

Hoe kom je aan een lange draadontspanner? Die kun je niet in een winkel kopen. Wel een draadontspanner met ongeveer één meter snoer, maar dat is natuurlijk veel te kort. Koop er eentje en knip hem in het midden door! Vervolgens zet je er zelf een lange draad tussen. Als ik op deze manier fotografeer kies ik er voor de foto van te voren scherp te stellen. Daarna zet ik de autofocus uit. Meestal neem ik een leeg bakje boter mee of een leeg melkpak. Die zet ik dan op de plek waar ik de vogel verwacht en zo stel ik dan van te voren scherp. Een goed (maar wellicht duur) alternatief voor een draadontspanner is een draadloze ontspanner.


Draadontspanner met 20m draad

Een andere mogelijkheid is om naar een vogel toe ‘te tijgeren’. Dat gaat zeker niet bij elke vogel, maar bijvoorbeeld wel bij een morinelplevier. Deze is niet gewend aan mensen en kent in de regel geen angst voor mensen. Door voorzichtig te werk te gaan kun je in de buurt van de vogel komen. De vogel geeft zelf wel aan hoe dichtbij je kunt komen. Ken het gedrag van de vogel voordat je aan een dergelijke actie begint. Als een vogel wegvliegt ben je duidelijk te dichtbij gekomen.


Foto: Gerard Visser


Weinig mm


Weinig mm


Veel mm

Waar moet je verder nog op letten. Veel fotografen willen geen menselijke elementen, zoals personen, gebouwen, enz. in de foto. Persoonlijk heb ik daar niet altijd moeite mee en soms kies ik er bewust voor zoals bij de blauwstaart (hieronder) en de morinelplevier (hierboven). Wil je geen menselijke elementen in je foto? Kies dan een omgeving waar deze elementen ontbreken.

Als je een horizon in je foto ziet, zorg en dan voor dat deze recht staat. Let er verder op dat je niet te ver uitzoomt, anders kan de horizon hol gaan staan.


Weinig mm


Veel mm

Hieronder staan enkele voorbeelden. De ene keer wat beter geslaagd dan de andere keer. 


Weinig mm


Veel mm


Weinig mm


Veel mm


Weinig mm


Veel mm


Weinig mm


Veel mm


Weinig mm


Veel mm