No English text available. Click here for my English articles.
Als het om vogels gaat was vroeger alles beter. Zo waren er vroeger nog geen escapes, zag je op de Maasvlakte altijd morinellen, die nog tammer dan tam waren, en zat er op de MaVla in elke struik een heuse bladkoning. Tegenwoordig is de Maasvlakte vol gebouwd en zie je er geen kip. Verder zag je vroeger op elke heideveld een partij korhoenders om eng van te worden. Ten slotte scoorde ik elke maand een nieuwe soort. Ja, vroegah was alles beter.
Met sinterklaas was het vroeger bij ons thuis een dolle boel. Cadeaus waren er in overvloed. Creatief waren we niet; de surprises bestonden uit een verrekijker (2 rolletjes wc-papier naast elkaar) of uit een telescoop (2 rolletjes achter elkaar).
Over een telescoop gesproken, die hadden we toen nog niet. Op onze vogelwerkgroep in Rotterdam hadden we wel één telescoop met zo’n raar draaioculair aan de achterkant. Met een excursie deden we daar met heel de groep mee. Dat ging. No problem. Vogels vlogen toen nog niet weg. Er was voor iedereen genoeg tijd om uitvoerig te kijken door die ene rare telescoop. Beurt om beurt.
Met sinterklaas was het dus altijd een dolle boel, maar dat ene jaar was het wel heel erg dol. Iedereen had zijn nodige (of overbodige?) cadeaus gekregen, toen er nog één naamloos pakje over bleef. Het pakje had ongeveer de maten van een schoenendoos, maar dan wat smaller en wat platter. Voor wie zou dat pakje nu zijn? We dronken eerst maar een warme mok chocolademelk en pakten het pakketje toen toch maar uit. Wat bleek: het was een telescoop! Een Vixen. Eén heuse eigen telescoop voor ons gezin! Dat jaar zongen we harder dan anders ons danklied voor de goedgevigheid van de goedheilig man.
De volgende dag, een zonovergoten zaterdag, gingen we de scoop gelijk uitproberen. Op de stuifdijk van de Maasvlakte scoorden we onze eerste jan van gent. Iedereen keek heel even, zo konden we alle vier (mijn broers, mijn vader en ik) de voorbij vliegende zeevogel op onze lifelist bijschrijven. Wat een helder beeld had die Vixen toch in vergelijking met die rare telescoop van de vogelwerkgroep. Life was great. Life was wonderful!
Jaren later hadden we allemaal onze eigen telescoop. Zo gaat dat. Een heuse Apo met alles er op en er aan, die je niet met anderen hoeft te delen.
Laatst kwam ik aan bij de sneeuwuil van Texel. Ik vroeg aan een vogelaar of ik alvast even door zijn scoop kon kijken. Je weet hoe dat gaat: je bent een beetje zenuwachtig als je bij een zeldzame soort aankomt of zelfs een beetje gestresst van de lange reis. Dan is het prettig als je de rariteit van de dag alvast even door een al opgestelde scoop mag bekijken. Dan kun je daarna in alle rust je eigen telescoop opstellen, zonder bang te zijn dat die zeldzaamheid er van door gaat voordat je hem hebt gezien.
Van die vriendelijke vogelaar, ik schatte in een student, mocht ik even door zijn telescoop kijken. En heej wat leuk, het was een Vixen! Die ouwe vertrouwde telescoop van toen met dat heldere beeld, dacht ik er nog achteraan. Ik plaatste mijn oog tegen het oculair en keek door de Vixen. Ik zag niets. Helemaal niets! Ik keek nog een keer en zag nog steeds niets. Ik keek even aan de voorkant van de scoop of de dop er nog op zat, maar nee, die zat er niet op. Nog maar eens goed kijken en ja, nu leek ik toch iets te zien. Vaag en in een smal beeldveld zag ik de contouren van de sneeuwuil. Waar was dat o zo heldere beeld van vroeger gebleven?
Vroegah. Was vroeger echt alles beter?