Zo af en toe geef ik een lezing over vogels of over vogelfotografie. Zonder uitzondering zijn dat, voor mij dan, prettige bijeenkomsten. Of mijn toehoorders het altijd even leuk vinden, is een ander verhaal.
Eens gaf ik een lezing in Amsterdam. In onze hoofdstad verwacht je dan volle zalen. Niets was minder waar. Totaal drie (3!) bezoekers kwamen opdagen, inclusief iemand die helemaal niets had met vogels en die alleen de deur van het slot kwam doen en uit medelijden bleef luisteren. Wellicht moet ik toch eens investeren in PR.
Doelgroep
Mijn toehoorders zijn meestal vogelaars en vogelfotografen, maar ook andere 'groepen' zijn mijn toehoorders. Zo verzorg ik presentaties voor ouderenbonden, plattelandsvrouwen, peuters, leden van een zangkoor, bewoners uit de wijk, vogelhouders, een Lions-clubje, senioren van een kerk, Hells Angels, etc. Die laatste doelgroep is trouwens niet waar.
Mijn voorkeur qua doelgroep zijn de niet-vogelaars en de niet-vogelfotografen. De niet-vogelgerelateerde mensen zijn namelijk onbevangener. Ze kunnen nog oprecht blij zijn met een foto van pak hem beet een koolmees, of een geinig meerkoetje. Bij de vogelaar moet je, verwend als ze zijn, minimaal met een albino koningseider aankomen. En bij de vogelfotograaf mag een registratieplaatje niet meer. Nee, alles moet abstract, laag camerastandpunt of groothoek zijn. Of het liefst alle drie in één. Voor minder krijg je die verwende gasten niet op de banken.
Wie is er nog blij met een meerkoet?
Leuke vraag
De niet-vogelaar stelt 'by the way' leukere vragen. Bijvoorbeeld of de lievelingskleuren van de ijsvogel blauw en oranje zijn. Dat gaat een vogelfotograaf nooit vragen. En of die lieve musjes hun hele leven elkaar trouw blijven. Dan knik ik instemmend ja. Een leugentje om bestwil. Ik kan een zaal vol plattelandsvrouwen toch niet vertellen dat die mussen het met Jan en alleman doen? Hun harten zouden breken. Nee, dat wil ik niet op mijn geweten hebben.
Dat sprookje van eeuwige trouw hoef je een zaal vol vogelaars niet te vertellen. Dan is er altijd wel iemand die zurig zijn vinger op steekt en verwijst naar een stoffig onderzoek waaruit blijkt dat het niet zo is. Nee, voor mij liever geen vogelaars.
Vogelhouders
Mijn meest favoriete doelgroep zijn overigens de vogelhouders. Mensen die vogels in een kooitje houden. Mieterse gasten zijn dat. Een avondje 'mannen onder elkaar', beetje over vogels lullen, foto's kijken, biertje, bitterballen, verder niet te moeilijk doen. Dat ik lezingen geef aan kooivogelhouders vertel ik niet tegen vogelfotografen en al helemaal niet tegen vogelaars. Vogelaars hebben het niet zo op vogelhouders, omdat ze tegen het houden van vogeltjes in gevangenschap zijn. Op zich zit daar best iets in en bij elke presentatie voor vogelhouders besteed ik aandacht aan dit thema. Ook het illegaal vogels vangen en hoe stom ik dat vind, breng ik dan ter sprake. Los daarvan zijn vogelkeepers fijne gasten, gezelliger, vriendelijker en minder zuur.
Heibel
Toch kan ook de kooivogelhouder flink tegenvallen. Daarover gaat onderstaand en waargebeurd verhaal. Recent gaf ik, diep in Brabant, een lezing voor een vogelhoudersclubje. Ik had er al weleens eerder een presentatie gegeven en die avond blonk uit in gezelligheid. Dus stelde ik mijn vriendin voor een keer met mij mee te gaan. Dat doet ze anders nooit. Ze heeft namelijk niets met vogels en al helemaal niets met vogelliefhebbers.
En zo geschiedde, mijn vriendin gaat mee. Bij aankomst in het buurtcafé (clubavonden van vogelhouders worden steevast gehouden in het café, waar dan ook nog gerookt mag worden) vond ik de sfeer gelijk al minder gezellig dan ik mijn vriendin had voorgespiegeld. Heb ik weer. Wat blijkt, de voorafgaande clubtentoonstelling was niet helemaal geëindigd zoals die zou moeten eindigen. De vrouw van een bestuurslid had, tegen de afspraak in, niet meegeholpen met opruimen. En als klap op de vuurpijl had ze, aangesproken op haar nalatigheid, het andere bestuurslid een grote bek gegeven. Donders, hoe durft ze!
Ouwe koe
De sfeer is dus gespannen en ik zit daar tussen, met mijn vriendin. Tijd om mij in te leiden krijgt de voorzitter niet, want een oudere gast met rode vlekken in zijn nek wil de ouwe koe van de tentoonstelling uit de sloot halen. Een ander bemoeit zich ermee, dan nog één en daarna de gehele goegemeente. De voorzitter wil de zaak nog sussen, maar de geest is uit de fles. Dit komt niet meer goed. Waar ben ik nu weer in beland, zie ik mijn eega denken en ze kijkt mij verwijtend aan. Nou, er kan een hoop worden gezegd, maar niet dat ik enige schuld heb aan deze ruzie.
De gemoederen lopen hoog op en de situatie dreigt uit de hand te lopen. Iemand hoor ik roepen: "geeft die gast (en hij maakt een hoofdbeweging in mijn richting) zijn honorarium, dan kunnen we deze avond gebruiken om onze ruzie uit te vechten!" Om zijn woorden kracht bij te zetten stroopt hij zijn mouwen alvast op.
Vredesduif
Ik ben een schijtluis moet je weten en als er gevochten wordt, ben ik de eerste die wegrent. Gek genoeg voel ik nu aandrang om vrede te stichten. Ik ga staan en neem het woord: "Mensen, voordat jullie elkaar de hersenen in slaan, wil ik kort even iets zeggen." Het dorpscafé valt stil en de anders zo aardige vogelhouders kijken me dreigend aan. Waar bemoeit die gast zich mee, zie ik een grote sterke kerel met tattoos naast mij denken.
Ik start daarom snel mijn betoog. "Mannenbroeders, ik begrijp dat jullie het niet met elkaar eens zijn en ik ben het met jullie eens dat conflicten moeten worden uitgesproken. Het is niet aan mij me te bemoeien met jullie beslommeringen, maar laat me één ding zeggen: bewaak de eenheid! Jullie zijn een leuke club mensen en jullie hebben elkaar veel te hard nodig met jullie hobby". Ik laat een stilte vallen en wil mijn betoog voortzetten. Voordat ik echter wil verder praten gebeurt er iets opmerkelijks. De grootste schreeuwlelijk (die met die nekvlekken) begint te applaudisseren en een ieder volgt zijn voorbeeld. De strijdbijl wordt begraven en na een rondje bier van het bestuur is de kou uit de lucht. Iets later dan gepland begin ik mijn lezing en zo wordt het toch nog een leuke avond, vindt zelfs mijn girlfriend.
Kijk, ik zei toch dat vogelhouders leuke gasten zijn. Af en toe een beetje matten en dan de gelederen weer sluiten. Daar kunnen wij, zure vogelaars en vogelfotografen, nog een puntje aan zuigen...
Laat de vredesduif maar komen…!