Ik ben een antiheld. Het waarom zal ik uitleggen...
Laatst, het was een zonnige zaterdagmiddag, liep ik een rondje door mijn wijk om mijn vele nestkasten te controleren, toen er voor mijn neus een vrij corpulente grijsaard met een winkelwagen ter aarde stortte. Nota bene op het fietspad. Ik haat dit soort situaties, dus ik probeerde nog de andere kant op te kijken en te faken dat ik het gebeuren niet had gezien. Ik ben van beroep dan wel sociaal werker, maar niet in het weekend. En al helemaal niet als er iemand omvalt.
Echter, een vijftienjarige snotneus ging die man redden en proberen hem tevergeefs weer rechtop te krijgen. Toen voelde ik toch ook aandrang te gaan helpen. Binnen tien seconden had ik daar al weer spijt van, want ik bemerkte dat het een dronkaard betrof. Tenminste, dat meende ik te kunnen concluderen uit de vele blikjes bier die zijn winkelwagen vulden. Dan weet je wel hoe laat het is.
Ik vroeg het hem ook, hij was gewoon aanspreekbaar. Ondanks zijn stellige ontkenning wist ik het nu zeker. Wat een walm!
Die snotneus stelde de dronken bejaarde een hele andere vraag: ‘Waarom liep u eigenlijk op het fietspad?’ De urgentie van die vraag ontging me en het antwoord bevestigde nogmaals de dronken bui van die ouwe knar. Onverstaanbaar gelal.
Ik wilde wederom weglopen en de boel de boel laten, maar een voorbijganger kon mijn gedachte lezen en riep me toe: ‘Je kunt die arme man daar nu niet alleen laten’! Zelf liep hij door, dat mocht dan blijkbaar wel.
Een hip stel liep voorbij, hen sprak ik aan en wist ik te mobiliseren om ook te helpen en zo kwam die man met vereende krachten toch weer op zijn pootjes terecht. Eind goed, al goed.
‘Voorzichtig lopen en gelijk naar huis’, riepen we hem streng toe. Hij verdween sloffend achter zijn winkelwagen, met één hand een blikje bier uit zijn winkelwagen vissend. Die vijftienjarige gast zag een beetje pips. ‘Ik ben net wakker en heb dit nog nooit meegemaakt’, zei hij. Net wakker? Het is drie uur in de middag! Maar goed, ik vond het toch wel een lieve en daadkrachtige jongen. Dat zei ik hem ook en dat hij later een goede sociaal werker zou kunnen worden.
Hij keek me een beetje vreemd aan. Zo’n gast wil natuurlijk rapper worden en al helemaal geen sociaal werker. Wellicht heb ik hem toch op een idee gebracht. Of niet.
Zo, nu eerst zelf even een pilsje drinken…
Even mijn nestkasten controleren. Ja, deze hangt er nog...