Nachtelijke ontmoetingen zijn niet altijd wat ze lijken te zijn. Deze stelling zal ik illustreren met twee waargebeurde verhalen. Het ene verhaal gaat over een dwerguil en de andere story gaat over een cavia.
Ik ben in Overschie opgegroeid en met deze Rotterdamse wijk, bezongen door The Amazing Stroopwafels, is, overdag althans, niets mis. Anders wordt het als je 's nachts in je eentje van Rotterdam Centrum naar Overschie fietst. Een Rotterdammer weet dat. Je fietst dan via het CBR over het Paadje van Duizend Tree naar Overschie. Het Paadje van Duizend Tree (mooie naam he!) is in het donker een onguur en duister gebeuren waar je liever niet wilt zijn op een nachtelijk tijdstip.
Vooral die ene keer toen ik daar rond middernacht fietste en in het maanlicht twee mannen uit de bosjes zag opdoemen die duidelijk iets in hun schild voerden. Bovendien leken ze een slagwapen bij zich te dragen (later bleek het een schep te zijn, maar dat weten we nu nog niet). Op mijn hoede, waakzaam en vooral angstig, fietste ik zo snel als mogelijk langs deze duistere figuren. Opeens werd in het passeren door één van deze personen mijn naam geroepen. Het bleken twee van mijn neven te zijn!
Nieuwsgierig geworden stapte ik af en ik vroeg hen wat ze daar uitspookten op dit late tijdstip. Wat was nu het geval, hun cavia had die avond onverwachts het leven gelaten en ze wilden het ontzielde beestje voor de volgende morgen begraven (waarom juist op deze onzalige plaats is mij nog steeds een raadsel). De cavia werd niet zomaar in de grond gestopt, nee hij werd, gewikkeld in een kerkbode, ter aarde besteld. Om het geheel een christelijk tintje te geven, zo vertelden mijn doodgravende neven.
En dan nu die andere nachtelijke ontmoeting. Een paar jaar geleden was ik samen met Adri Hoogendijk en Menno van Duijn in een donker oerbos in het zuiden van Polen op zoek naar dwerguilen. Dat viel nog niet mee. Sterker nog, het lukte voor geen meter! Het was al behoorlijk schemerig geworden en de duisternis was aanstaande. In de verte hoorden we uiteindelijk toch nog een dwerguil roepen. Gelukkig! Eén van ons kon het geluid van deze mini-uil goed nadoen en jawel de dwerguil gaf antwoord en kwam dichterbij. De duisternis viel, daarom liepen we de vogel, het geluid imiterend, tegemoet. We kwamen steeds dichterbij, totdat de roepende dwerguil opeens te voorschijn kwam in de gedaante van een Nederlandse fotograaf die ook dacht een dwerguil te kunnen lokken!
Met bovenstaande ervaringen acht ik meer dan bewezen dat ontmoetingen in de nacht niet altijd zijn wat ze in eerste instantie lijken te zijn. Ik ben benieuwd wie of wat ik vannacht zal ontmoeten...