Deze zomervakantie gaan mijn partner en ik niet op vakantie. Ons reisbudget is namelijk op. Door wiens toedoen laat ik even in het midden. Om toch wat van de zomervakantie te maken, hebben we wat gezellige uitjes gepland. Zo is er toch een beetje vakantiegevoel. Wat doe je dan zoal? Nou, mijn vriendin en ik zijn een dagje naar familie in Zeeland geweest om daar de toerist uit te hangen, we zijn een avondje naar Scheveningen geweest en met een neefje en een nichtje zijn we een dagje wezen waterskiën (doen m'n neefje en nichtje nog eens wat anders dan heel de vakantie Pokemon Go spelen). Leuk! In de Zevenhuizerplas is namelijk een indrukwekkende kabelbaan aangelegd en vanaf de kant ziet dat waterskiën er geinig uit. Makkelijk ook.
Eitje, dat doe ik wel even, had ik mijn neefje en nichtje beeldend uitgelegd. Kijk, de hoge schans is voor een eerste keer voor mij wat te hoog gegrepen, maar alle andere schansen, loops, trucs, hoe heten die dingen, neem ik wel even. Tenminste, dat idee had ik van tevoren.
Waar mijn neefje en nichtje na de tweede poging probleemloos weg skieden, was ik na vijfentwintig pogingen niet verder gekomen dan de eerste tweeënhalve meter. Binnen no-time lag ik in het water. Elke keer opnieuw. Of ik ging niet diep genoeg door mijn knieën, of mijn ski's hield ik te ver uit elkaar, of ik ging te snel rechtop staan, kortom er was altijd wel een reden dat het niet lukte. En zelfs een bejaarde man, mijn vriendin, een ukkie van zes, eigenlijk iedereen lukte het om na een paar pogingen te waterskiën. Behalve mij dus. Echt handig ben ik blijkbaar niet. En het is wellicht niet heel slim om dan van tevoren zo hoog van de toren de blazen. Nou, dat heb ik geweten. Wat hebben mijn vriendin, mijn nichtje en neefje mij uitgelachen. Van je familie moet je het maar hebben. De volgende keer doen we een andere vakantie-activiteit. Dammen of zo, of kwartetten.
Het hoog van de toren blazen is mij niet vreemd zal ik bekennen. Zo kan ik me nu weer herinneren (het was me bijna gelukt deze gebeurtenis te verdringen) dat ik jaren geleden hooghartig mijn moeder vertelde, toen ik moest afrijden, dat ik even mijn rijbewijs ging ophalen. De werkelijkheid is dat ik zelfs voor mijn staatsexamen zakte en uiteindelijk pas de vierde (of was het de vijfde?) keer voor mijn rijexamen ben geslaagd. Eenmaal moest ik mijn praktijkexamen vroegtijdig afbreken, omdat de rij-instructeur van dienst mij verkeersgevaarlijk vond. Oeps. Bescheidenheid siert de mens, Chris.
Toch kan af en toe een beetje bluffen geen kwaad. Zo was ik een aantal jaren de vaste huisfotograaf van Vogelklas Karel Schot. Die erebaan kreeg ik nadat ik op een regenachtige dinsdagmiddag brutaalweg heb aangebeld bij de opvang (die normaal gesproken een onneembare vesting is voor pottenkijkers) en mij naar binnen heb geluld. Ik had namelijk gehoord dat er een zeldzame pijlstormvogel werd opgevangen, waarvan ik zeker een foto moest hebben. Uit die ene brutale actie is een jarenlange samenwerking voortgekomen.
En ooit zat er een grote trap in een weiland achter een boerderij. De boer liep letterlijk met een buks op zijn rug om uit te stralen dat hij het niet pikte dat, net als de dag er voor, vogelfotografen ongevraagd zijn weiland in zouden lopen. Door een praatje met hem aan te knopen (joh, mijn schoonouders zijn ook boer) ontdooide de farmer en nodigde hij mij zelfs uit om een groothoekfoto van hem te maken terwijl hij de grote trap uit zijn hand liet eten. Meer dan ik had durven hopen!
Zo siert bescheidenheid de mens en heeft een brutaal man meer dan de halve wereld!