Op mijn terras huist een spin. Een kruisspin. Ik ben een vogelaar en weet niets van spinnen, dus of mijn determinatie correct is? Vast wel. Mijn spin heeft de nare gewoonte zijn web ‘overdwars’ over mijn terras te weven...
Alles wel, ik vind een kruisspin die een creatief web produceert prima, maar niet als ik elke ochtend zijn spinnenweb uit mijn gezicht moet plukken. Ieuw!
Wat dat met vogels te maken heeft? Nou, helemaal niets. Dan maar een vogelverhaaltje. De opa van mijn schoonzuster Marije had een paar witte sierduiven. Elke ochtend vlogen ze een rondje in de wijk om vervolgens weer terug te vliegen in het hok. Leuk! Niet als het de duiven van je buren zijn, want ze schijten alles onder.
Op een regenachtige dinsdagmiddag was opa Dick zijn duiven zat en daarom stopte hij de zilverwitte duiven in een transportmandje en fietste er mee het dorp uit. Hij stak de vaart over, fietste door het volgende dorp naar de rand van het bos. Opa keek naar links en daarna naar rechts. Er was niemand in de buurt en Dick gaf de duiven hun vrijheid. ‘Vaarwel’ riep hij ze na, ‘en kijk uit voor de havik’! Al fluitend, het was inmiddels gestopt met regenen, fietste opa weer richting huis. Nou mag jij raden wie er bij thuiskomst op het dak op hem zaten te wachten? Juist, die witte sierduiven.
Geloof me, datzelfde is mij overkomen met die ijverige spin. Ik was het spinnenweb dat elke ochtend in mijn giegel plakte zat. Hup, ik pluk die spin uit zijn web en smijt hem met een boog over de schutting. Ga maar een web bouwen bij de buren en doe ze de groeten! Geloof het of niet, waar loop ik de volgende ochtend tegenaan? Inderdaad, tegen hetzelfde web van dezelfde spin. Heb ik weer!
Moraal van dit dierenverhaal? Geen…