Om mezelf te ontwikkelen volg ik sinds een tijdje de cursus 'columns schrijven voor dummies'...
De docent van deze cursus vindt mij ook daadwerkelijk een dummie. Dat zegt hij natuurlijk niet hardop, maar hij laat het wel uit alles blijken. Hij is kritisch en ziet een hoop verbeterpunten zal ik maar zeggen. Ik zal er twee noemen die het minst pijnlijk voor mij zijn. In mijn stukjes mist hij sprekende voorbeelden en in mijn bruggetjes moet ik meer verrassing leggen. Oké. Bij deze een poging hier iets aan te doen.
Ik ben een notoire 'door rood fietser'. Niet iets om trots op te zijn maar wel de werkelijkheid. Als ik 's ochtends vroeg naar mijn werk fiets ben ik bijna de enige op straat. Dan kan deze vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid geen kwaad, is mijn redenatie. Als ik voor al die vele keren een prent zou hebben gekregen en die boete zou worden omgezet in een gevangenisstraf, dan zou ik minimaal tweeëndertig keer levenslang krijgen. En in Nederland is levenslang ook écht een leven lang. Wat heeft dit door rood rijden met natuurfotografie te maken, hoor ik mijn docent al norsig vragen. Dat ga ik uitleggen.
Laatst reed ik weer eens door rood en toen was er een scooterrijder die wel netjes bleef wachten tot het licht groen werd. Hij kon mijn actie blijkbaar niet waarderen en schreeuwde tegen mij dat ik asociaal bezig was. Nou, 'an sich' had hij best een punt, maar ik negeerde zijn terechtwijzing. Even later was zijn verkeerslicht groen en haalde hij mij in. Op de scooter zat een grote vent met indrukwekkend uitziende tattoos. Heb ik weer (ik heb nou nooit dat het een leuke jonge meid is in zo'n voorkomend geval). Hij kwam gevaarlijk dichtbij me rijden en slingerde een kanonnade aan scheldwoorden naar mijn hoofd.
Rustig doorfietsen dacht ik schijterig. Dat zinde die gast niet en hij kwam nog dichter naast mij rijden en pakte zelfs mijn arm beet. Hij was blijkbaar echt boos. Omdat ik graag conflicten vermijd in dit soort situaties, leek het mij verstandig de confrontatie niet aan te gaan met deze boosaard. Bovendien schatte ik mijn kansen in als nihil als het tot een ordinaire knokpartij zou uitlopen. Toen zei ik uit het niets tegen hem (en ik weet zelf ook niet waar ik het vandaan haalde): 'Hoe is het thuis?' Zijn reactie was net zo verrassend als mijn vraag. Hij keek mij met grote ogen aan, leek verbouwereerd en reed door. Pff, liep het toch nog goed af. Lucky me!
'Nu snap ik nog steeds de link naar natuurfotografie niet, of ligt dat aan mij?' vraagt mijn docent lichtelijk geïrriteerd. Wat ik met bovenstaand verhaal probeer te duiden is dat ik iets onverwachts deed, iets impulsiefs, en dat het resultaat verrassend positief uitpakte. Die ervaring heb ik opgeslagen en toegepast bij een kleinste jager die niet op de foto wilde.
Vorig jaar was ik in Barrow om brileiders te fotograferen. Al rondtuffend en zoekend naar brileiders kom je wel eens een geinig ander vogeltje tegen. In mijn geval een kleinste jager. Dat is een hele mooie vogel met een lange, ietwat patserige, staart. Die jager zat mooi op de toendra en een droomfoto was in mijn gedachten al geboren. Nu de foto nog maken. Jagers in het hoge noorden zijn zonder uitzondering goed benaderbaar, maar deze kleinste jager had andere plannen. Ondanks mijn voorzichtige benaderpoging lukte het me niet in de buurt van de vogel te komen. Steeds opnieuw wandelde de skua van mij weg, met hetzelfde tempo als dat ik hem benaderde. Kak! Zelfs de 'Arie Ouwerkerk'-methode (zigzaggend naar een vogel toegaan) werkte niet. Dan even blijven zitten, dacht ik, en wachten tot de vogel naar mij toe komt. Nope, vergeet het maar. Ondanks dat ik ver van huis was, hoorde ik mijn vogelmaten in Nederland vol leedvermaak lachen.
En toen, gek is dat, moest ik opeens aan de scooterrijder denken. Niet hoe gevaarlijk hij naar mij keek, ook niet dat het bijna tot een handgemeen uitliep, maar dat hij zo verrassend reageerde op mijn vraag. Deze ervaring wilde ik toepassen op de situatie bij de niet-meewerkende kleinste jager. Ik ga iets verrassends doen. In plaats van voorzichtig naar de kleinste jager toe te lopen, zetten ik er stevig de vaart in en liep in hoge snelheid recht op de jager af. Gek genoeg werkte het! Hij bleef mooi zitten, keek me verrast aan en gaf me ruim de tijd foto's te maken. Heb ik eindelijk ook eens! Jammer genoeg was het licht ietsie te hard, maar dat mag de pret niet drukken.
Wat mijn docent van dit schrijven vindt zal ik maar voor mezelf houden...