Deze waterral zegt zonder in- of aanleiding tegen me: ‘Je mag me één vraag stellen’. Ik denk even na wat een goede vraag zou kunnen zijn en vraag dan: ‘Waarom maken jullie waterrallen van die rare geluiden? Soms klinkt het als een varken dat geslacht wordt’.
Hij kijkt me doordringend aan en zegt: ‘Denk je dat het een pretje is om altijd in dat modderige riet rond te banjeren, dan ga je vanzelf rare geluiden maken’. Tja, zo had ik het nog niet bekeken. ‘Maar waarom ga je dan niet ergens anders wonen?’ vraag ik hem aanvullend. ‘Dat zeg ik niet, één vraag is één vraag’ antwoordt de ral bits.
‘Oh sorry, ik wist niet dat je kwaad zou worden’, zeg ik beteuterd, ‘dan mag jij mij ook maar één vraag stellen’. Zegt hij: ‘Kun je morgen niet wat anders voor me meenemen dan die melige meelwormen? Die komen me inmiddels mijn strot uit…’