ZO’N ZWARTE? Had ze verbaasd geroepen en ze trok er een heel vies gezicht bij. Ze vroeg me namelijk wat ik een mooie vogel vond. Ik moest er even over denken en toen vertelde ik haar een kauwtje wel mooi te vinden. Van een vogelaar en zeker van een fotograaf had ze dit niet verwacht. Ze had gerekend op een één of ander kleurrijk vogeltje uit de bergen van Bolivia. Of op z’n minst dan wel een ijsvogel. Maar zo’n zwarte? Ik vond haar reactie best een beetje discriminerend.
Daarom vertelde ik haar hoe mooi hun kraaloogjes zijn, hoe gezellig ze met elkaar kunnen kwebbelen en over hun vermeende levenslange trouw. Ze leek het enigszins te begrijpen, maar het was niet van harte.
Laatst sprak ik na jaren mijn oude buurvrouw. De jonge kauw die ze uit de bek van haar eigen kat had gered en daarna zelf had grootgebracht, is inmiddels al een tijdje verdwenen. Een aantal jaren had de kauw in haar tuin gewoond, zonder oog te hebben voor zijn eigen soortgenoten. Hij leek zijn eigen soort gewoon niet te zien. Waar mijn buurvrouw ging, daar was ook haar kauw. Als ze boodschappen ging doen op de fiets, vloog hij trouw achter haar aan. Als je met haar stond te praten, zat hij gezellig op haar schouder. Op een regenachtige dinsdagmiddag was hij opeens verdwenen. Weggevlogen meende ze. Mijn buurvrouw vond dat uiteindelijk maar ondankbaar. Had hij niet afscheid kunnen nemen? Of op z’n minst even kunnen laten weten hoe het met hem ging?
Ik troostte haar door te zeggen dat hij waarschijnlijk toch een oogje had laten vallen op een soortgenoot en dat ze samen elders een gezin hadden gesticht. Ik loog het. Eigenlijk dacht ik dat een kat of een auto wel eens de oorzaak van zijn verdwijning zou kunnen zijn geweest. Dat kon ik haar toch niet vertellen? Ze leek me enigszins te geloven, maar het was niet van harte.
Wat vind jij een mooie vogel, had mijn collega gevraagd. Een kauwtje zei ik tegen haar. Zo’n zwarte? Ja, inderdaad zo’n zwarte...