Toen de kleuren werden uitgedeeld was ik te laat. Veel te laat. Toen ik aan de beurt was, was er geen kleur meer over. De verf was letterlijk op.
Ik dacht dat ik een lelijk eendje was en heb daar toen om moeten huilen. Lang, heel lang, heb ik gehuild tot mijn ogen er rood van werden. Zo kreeg ik uiteindelijk toch nog wat kleur. Voor mijn uiterlijk heb ik me geschaamd. Nu, jaren later, kijk ik daar anders tegenaan. Mijn partner heeft mij geaccepteerd zoals ik ben en jaarlijks brengen we een nest met jongen groot. Ook word ik elke winter door een vaste groep mensen, die mij waarderen zoals ik ben, vereerd met een bezoek. Het kan verkeren.
Nu ik toch aan het woord ben, maak ik van de gelegenheid gebruik om twee misverstanden de wereld uit te helpen.
Het eerste misverstand: ik word een albino genoemd. Dat ben ik niet. Ik ben een ino. Dat kun je zien aan de licht crème veren in mijn oorpluimpjes, maar ook aan de licht crème kleur in mijn gezichtssluier.
Het tweede misverstand is er bij sommige mensen die vogels in kooien houden. Deze mensen hebben wel eens de neiging, als ze een kleurafwijkende vogel zien, te denken dat het beter is deze mutant te vangen, omdat hij geen overlevingskans zou hebben in de vrije natuur. Mijn levensverhaal bewijst het tegendeel. Ik weet mezelf prima te verbergen en ik heb het toch al minimaal zes maal lente zien worden.
Bedankt Tonny. Bedankt Cees, ouwe hippie!