Korhoenderpaté

De korhoen is spijtig genoeg bijna uitgestorven in Nederland. Als oorzaken worden genoemd het vergrassen van de heide, het verdwijnen van akkers, de toename van de vos en ja, die verrekte havik. Ik ben echter van mening dat het aan de korhoen zelf ligt.

Was de merel vroeger een schuwe bosvogel, heden ten dage is het een reguliere bezoeker van de steden. Ook de aalscholver en de fuut zagen we vroeger in de city centre niet, maar zij pasten zich aan en voelen zich nu meer dan thuis in de stad.

Hoe anders vergaat het de korhoen. Deze ruigpoothoender weigert zich aan te passen en denkt dat de rest van de wereld zich aanpast aan hem. Mooi niet. Hij heeft nog nooit een poot in een grote stad gezet. Zelfs een mooie stad als Rotterdam heeft hij nog nooit bezocht.

Denk je eens in dat hij wel de moeite had genomen om zich een klein beetje aan te passen. Hij zou gezien hebben dat de parkeerplaats voor mijn flat een perfecte baltsplaats zou zijn. Gewoon tussen de auto’s. Ik zou ’s ochtends wakker geworden zijn van bolderende korhoenders. De hennetjes zouden broeden in het park achter mijn flat. De kuikens zouden kunnen opgroeien in het gras van het voetbalveldje, waar toch nooit iemand een balletje trapt. Maar nee, het zal niet gebeuren, omdat de korhoen te koppig is.

Wraak heb ik al genomen op het aanstaande verdwijnen van de korhoen. Tijdens een korhoendertrip naar noordelijk Finland kocht ik bij de plaatselijke supermarkt een blikje korhoenderpaté. Dat kan daar nog. Het blikje heb ik bijna een jaar gekoesterd en bewaard. De paté heb ik het voorjaar erna genuttigd in de korhoenderhut op de Holterberg. Het smaakte heerlijk en het voelde goed. Overigens was dat het enige jaar dat ik geen korhoenders vanuit de hut kon fotograferen. Dus wie er werkelijk wraak nam?