Vogelaars vinden de ivoormeeuw een mooie vogel. De ross’ meeuw trouwens ook. Ik sluit me hierbij graag aan en bij dit tweetal vind ik ook de dwergmeeuw passen. Het uiterlijk van deze laatste vogel hoor je vogelaars nooit bejubelen...
Dat komt omdat de ivoormeeuw en de ross’ meeuw rariteiten zijn, zeldzame vogels dus. De dwergmeeuw is dat niet. Een ivoormeeuw zie je als ornitholoog hoogstens één keer in je leven. En je bent een gelukkig mens als je als vogelaar één keer of, als je je hele leven lang blijft vogelen, twee keer een ross’ meeuw voorbij ziet vliegen. Dan is de koek toch echt op.
De dwergmeeuw is daarentegen een regelmatige doortrekker. Zijn regelmatige aanwezigheid maakt dat de vogelaar vergeten is dat deze vogel bijzonder fraai is. De bovenvleugel is prachtig wit met zacht grijs. Zijn ondervleugel is verrassend zwart, met een contrasterend wit achterrandje. Het vergeten meeuwtje is grappig compact met een fijn zwart snaveltje. Als hij vliegt neigt hij een beetje naar een stern, zo sierlijk is hij. De vleugelpunten lijken in vlucht opvallend stomp en de knalrode poten maken deze vogel tot een hotty!
Ik houd van dwergmeeuwen en ik haat dwergmeeuwen. Dat vraagt om uitleg. Dat houden van komt door zijn uiterlijk, dat haten komt doordat dwergmeeuwen, hoe regelmatig ze ook doortrekken, weigeren fatsoenlijk op de foto te gaan! Ze zijn te snel, te wendbaar en altijd te ver weg om er een acceptabele foto van te maken. Ja, een bewogen foto, een foto waar een vleugelpunt net niet op staat, of een foto in de verte, dat lukt nog net. Een mooie foto, eentje die je aan de muur wilt hangen, gaat helaas niet lukken.
Of toch wel? Opvallend genoeg (vliegende vogels is mijn handicap) is het mij inmiddels gelukt. Om jou als medevogelfotograaf een beetje te helpen wil ik hieronder beschrijven hoe het mij is gelukt dit mooie meeuwtje te fotograferen.
De beste tijd is de winter. Zeker als er een flinke noordwestenwind waait, willen dwergmeeuwen dicht langs de Nederlandse kust vliegen, bijvoorbeeld langs de pieren van IJmuiden en Scheveningen. Ook de Maasvlakte is een goede locatie. En let maar eens op, ze lijken een voorkeur te hebben voor een bepaald strekdammetje. Als je hier dan naast gaat staan, dan kan het lang duren, maar vroeg of laat komt diezelfde dwergmeeuw weer langs gevlogen. De kunst is om het vliegpatroon van de vogel te bestuderen en enigszins in te schatten. Dat is handig en bruikbaar. Verder zal het je opvallen dat een dwergmeeuw helemaal niet schuw is, zolang je maar niet achter de vogel aanloopt. Hij zal je vanzelf van dichtbij passeren als je je opstelt langs zijn route.
Dan de vraag: hoe stel je je camera in? Ik kies er voor om niet met een te lage ISO-waarde te fotograferen. Uiteindelijk gaat het om een vliegende vogel en wat we nodig hebben is snelheid, een korte sluitertijd dus. Ik begin met ISO 500. Vervolgens start ik met een f-waarde van ongeveer 5.6 (een vrij groot diafragma). Als het me is gelukt om een aantal geschikte foto’s te maken kan ik altijd naar een hogere f-waarde gaan (bijvoorbeeld f 8), zodat er meer scherptediepte is (maar waarschijnlijk een iets langere sluitertijd, tenzij de wolken wat minder voor de zon zijn). Volg je me nog?
Nu komt de volgende te nemen hobbel: welk scherpstelpunt(en) gebruik je? Ik fotografeer met een Canon 7D en vroeger gebruikte ik alleen het middelste puntje. Voor een normaal vliegbeeld gaat dit redelijk, maar een dwergmeeuw is ‘hoge-school-fotografie’, dan kan het helemaal geen kwaad om de gehele middelste zone te selecteren. Je zult bemerken dat de camera regelmatig niet de vogel, maar de achtergrond scherp stelt, maar het zal toch redelijk wat resultaat opleveren. Als dit lukt, kun je experimenteren met andere opties zoals alleen het middelste scherpstelpunt, of het middelste scherpstelpunt met ondersteuning van de omliggende scherpstelpunten. De één zal kiezen voor de ene optie, een ander zal kiezen voor een andere manier van scherpstellen. Belangrijk is dat je alle opties probeert en uiteindelijk een optie kiest die bij jou past. Ook het gebruik van statief of vanuit de losse hand fotograferen moet je proefondervindelijk proberen.
Oh ja, als de vogel je steeds van rechts naar links passeert heb ik meer dan regelmatig dat de vogel op de foto met zijn snavel tegen de linkerrand van de foto staat geplakt. Dat wil ik niet, ik wil juist dat de vogel op de foto de ruimte in vliegt (zoals de foto hieronder). Soms helpt het om niet het middelste scherpstelpunt, maar het scherpstelpunt rechts uit het midden te kiezen. Probeer het maar eens. Let op, bij sommige camera’s is het middelste scherpstelpunt het snelste scherpstelpunt en de omliggende scherpstelpunten zijn weer net iets trager.
Als je dwergmeeuwen gaat fotograferen: veel succes en houd vol!
Quand tu chantes...