In maart 2020 staat een bezoek aan de Alpen gepland, met als doel Alpensoorten te fotograferen. Hoofddoel is niet de lammergier waar de goegemeente zo lyrisch over is, voor mij is de Alpenkauw topprioriteit. Rode poten en een gele snavel, hoe verzin je het! Bestemming is de Gemmipass in Zwitserland, te bereiken per kabelbaan vanuit Leukerbad...
Vrijdag 6 maart
Vroeg in de ochtend vertrek ik per auto richting het zuiden. Via België en Frankrijk kom ik in Zwitserland. De eerste vogel op Zwitserse bodem is een rode wouw. In Diegten, dat is zo’n 700 kilometer rijden, heb ik een overnachting geregeld. De rit naar Leukerbad is me te ver om in één keer af te leggen. Bovendien heb ik alle tijd.
Zaterdag 7 maart
Ik vertrek vroeg naar Leukerbad en neem daar om 10 uur de lift naar de Gemmipass. Die vind je op 2.350 meter hoogte. Ik check in en ga gelijk naar het uitkijkpunt naast het hotel. Er staat een pittige wind uit het noorden, maar gelukkig schijnt af en toe een zonnetje. Ik ben niet alleen, er zijn ook drie Zwitserse vogelfotografen. Gezellig! Al snel zien we een lammergier overvliegen, een onvolwassen vogel, en dan al snel een adulte lammergier. Wat wil je nog meer! Op het uitkijkpunt komen Alpenkauw, sneeuwvink en Alpenheggenmus geregeld van het gestrooide voer snoepen. Alles is behoorlijk tam. Om 15 uur heb ik het koud en stop ik er voor vandaag mee. Een warme chocolademelk maakt me weer een beetje mens. Ik eet vanavond gezellig met de Zwitserse vogelfotograaf Marcial en ga vroeg slapen.
Dit is niet mijn eerste bezoek aan de Zwitserse Alpen. Drieëndertig jaar geleden was ik er al op zomervakantie in Basse-Nendaz met mijn ouders en broers. De genoemde locatie is een steenworp afstand van de Gemmipass. Een sneeuwbalworp, zoals ze hier zeggen, maar dan in het Frans. Ik was toen een dertienjarige puber. Wist ik toen maar wat ik nu allemaal weet. Dat ik een lieve en bloedmooie vriendin zou treffen bijvoorbeeld, die niet moeilijk doet als ik een weekje naar de Alpen ga...
Zondag 8 maart
In Rotterdam woon ik twaalf hoog met uitzicht op de skyline van Rotterdam. Hoe mooi wil je het hebben!? Ik schep daar graag over op. Sta ik hier op de Gemmipass een tijdje naar al die bergen in de verte te gluren, dan zal ik toegeven dat het uitzicht hier ook niet onaardig is. Allemachtig, wat een view! Het plaatst mijn thuisuitzicht net even in een ander perspectief.
Vanochtend start ik met het fotograferen van sneeuwvinken en Alpenheggenmussen. In tegenstelling tot gisteren is er weinig wind en een lekker zonnetje. Er arriveren in de loop van de dag een kleine twintig fotografen, dat maakt het een gezellige boel. Alpenkauwen zijn er vandaag in hoge aantallen en ik maak dan ook volop less-is-more-foto’s. Ook van de sneeuwvink en de Alpenheggenmus. De lammergier komt ook nog even lekker dichtbij langsvliegen. Voor mij gaat dat dan net ietsje te snel. De dag sluit ik af met een waarneming van ongeveer tien Alpenkraaien. Die schijnen hier niet algemeen te zijn. Het enige hotel hierboven op de Gemmipass boek je inclusief ontbijt en avondeten. Als de laatste lift is afgedaald blijven alleen de gasten van het hotel over. Vandaag zijn dat er maar een handjevol.
Wat ik me van de trip van drieëndertig jaar geleden herinner is dat we toen al ‘into the birds’ waren. Alhoewel we het als zeskoppig gezin moesten doen met één enkele verrekijker en dat waarnemingen nog niet al te nauwkeurig waren. Dat laatste zal ik toelichten. Ik hield al een heus logboek bij. Datzelfde logboek vertelt me nu dat we tijdens de trip van toen een barmsijs zagen. Ik kan me de details nog wel herinneren. Tijdens een bergwandeling zagen we in de verte een groepje vinkachtigen foerageren. Waren het kneuen, fraters of wellicht wel barmsijzen? Het eindoordeel van de Van Rijswijk-clan was dat het barmsijzen waren. Als je het me nu vraagt hadden we ze ongedetermineerd moeten laten. De onzekerheid was te groot. Ga dat nu, drieëndertig jaar na dato, nog maar eens terugdraaien...
Maandag 9 maart
Als ik zit te ontbijten, zie ik vanuit een ooghoek een Alpensneeuwhoen invallen. Ik vlieg naar mijn kamer om mijn camera te pakken. Door het glas trek ik wat foto’s. De scherpte is dan niet optimaal. De hotelmedewerkster, die ik voor dit soort gevallen altijd te vriend houd, opent bereidwillig een leegstaande hotelkamer voor mij. De vogel is echter al weer gevlogen. Heb ik weer.
Vandaag staat er een behoorlijke wind met een stevige sneeuwval. Heb je al twee dagen ‘hard core’ gefotografeerd en eigenlijk al de foto’s gemaakt die je in gedachten had, dan word je niet zenuwachtig van een dag slecht weer. Ondanks de pittige weersomstandigheden trek ik er op uit. Ik richt een voerplek in, maar de vogels schuilen blijkbaar elders, want ik tref er geen één. Na een uur de situatie te hebben aangekeken, geloof ik het wel en ga ik warme chocolademelk drinken.
Om elf uur lijkt het wat op te klaren en hup, weer naar buiten. Daar vallen de weersomstandigheden toch een beetje tegen, maar ik laat me niet wegjagen. Ondanks de harde wind en de sneeuwval maak ik foto’s van Alpenheggenmus en Alpenkauwen. Het zorgt weer voor wat andere beelden.
Nog steeds op vakantie in de Zwitserse Alpen gingen we op zondag in de ochtend naar een Nederlandstalige kerkdienst in Sion. In de middag draaiden we een preek op een cassetterecorder. Zo doe je dat als vroom ‘Ger Gem’-gezinnetje. Halverwege de preek, de dominee legt net de voorzienigheid uit, ziet mijn broer een goudvink in de tuin van het vakantiehuisje zitten. Dolletjes! Als hoge uitzondering ging de preek even op pauze en wij met z’n allen voor het raam. Zo zag ik mijn eerste goudvink. Dat die daar zo mooi voor het raam ging zitten, was natuurlijk ook voorbestemd. Dat begrijp je. Amen, ja amen.
Dinsdag 10 maart
Vandaag is er nog steeds een stevige sneeuwval en is het wat warmer, zo rond de nul graden. Dat zorgt ervoor dat de neerslag mijn apparatuur voorziet van een ijslaag. Niet echt bevorderlijk als je je camera en lens nog langer wilt gebruiken. Bovendien is het zo grauw dat goede foto’s maken lastig is. Na een uurtje geloof ik het wel. De rest van de dag doe ik het rustig aan. Bovendien besluit ik een dag eerder huiswaarts te gaan.
Woensdag 11 maart
De terugweg gaat via Duitsland. In het Duitse Alzey plan ik een overnachting. Daar aangekomen tref ik een fietser voor de ingang van de plaatselijke bakker. Zijn fiets voldoet niet aan de beschrijving die mijn opa mij jaren geleden heeft gegeven. Klopte dat wel, dan had ik die Germaanse gast alsnog hoogstpersoonlijk van mijn opa’s ooit in beslag genomen fiets getrokken. Na een uurtje pitten, een douche en een lekkere schnitzel besluit ik naar huis te rijden, waar ik om 22.30u veilig aan kom…
Vogels Gemmipass
Sneeuwvink
Lammergier
Alpenheggenmus
Alpenkauw
Steenarend
Spreeuw
Pimpelmees
Buizerd
Alpenkraai
Alpensneeuwhoen