Als vogelfotograaf kijk je uit naar een vorstperiode. Wie wil er nu niet vogels in sneeuw- en ijsomstandigheden fotograferen?
Helaas zijn strenge winters zeldzaam geworden. Kijk, de ijsvogel en de Cetti's zanger ga je daar niet over horen klagen, die leggen het loodje bij een lange vorstperiode.
Als er een vorstperiode nadert, zorg ik dat mijn voorraden op peil zijn: strooizaad, zonnepitten, vetbollen en malse meelwormen. En ik bedenk van te voren wat ik op de foto ga slingeren. Dat kan een waterral zijn, die ik verslaafd maak aan meelwormen, of een groepje vinken dat zich laten verleiden door strooizaad.
Die vinken doen deze winter goed mee. Mijn voerplaats wordt snel gevonden en plat op mijn buik geeft dat een mooi perspectief. Een putter en een heggenmus zijn een leuke bonus. Klik!
De waterral is andere koek. Ik had van tevoren een mooie rietkraag uitgekozen waar ik elke ochtend voer. Dat voeren vindt plaats in het donker, voor werktijd. De meelwormen zijn de volgende ochtend weg, dus ik denk dan een waterral aan de haak te hebben geslagen. Ga ik op mijn vrije dag er met mijn camera bij liggen, blijken een paar meeuwen zich te hebben gespecialiseerd in mijn meelwormen. Meeuwen zijn fantastisch, begrijp me niet verkeerd, maar niet als je een waterral wilt fotograferen.
Toch blijf ik stug voeren, wat moet ik anders met die wormen? Als ik de hoop heb opgegeven, blijkt er toch nog een ral te bijten. Twee zelfs. Een man en een vrouw of een onvolwassen vogel. Die laatste twee zijn namelijk niet gemakkelijk van elkaar te onderscheiden. Ik houd het op een adulte vrouw omdat ze ‘by far’ de baas is over het mannetje. Ik begin te fotograferen vanuit de auto en eindig uiteindelijk plat op mijn buik op het ijs. Op een luchtbed, wel zo luxe. Een Cetti’s zanger weet als bonus mijn meelwormen te waarderen, wat hem en mij ten goede komt.
Ik ga vol in de remmen voor een verfrommelde kartonnen doos. Op het moment dat ik rem weet ik niet dat het een doos is en denk ik dat het een ransuil is. Vandaar dat remmen. Of op zijn minst een velduil. Niet dus, gewoon een doos dus.
Ik blunder tegen een watersnip aan (waarom tref ik nooit een bokje of houtsnip?), een patrijs in de sneeuw doet ook niet moeilijk en een sigaren-minnende buidelmees gaat ook op de foto. En dat alles in het Rottemerengebied, onder de rook van hip Rotterdam.
Zo, en nu op naar het voorjaar...