Elk jaar verblijf ik met familie rond Koningsdag een weekje op Texel. En een weekend met vrienden Jaco en Siebe. Dit jaar combineren we deze twee evenementen. Zelfs mijn vrouw gaat een paar dagen mee. Als dat maar goed gaat. Ik kan het nu al verklappen, dat gaat niet goed…
De fietsen gaan ook mee achterop de auto. Handig. Als we de straat uitrijden schuiven de fietsen echter bij de eerste bocht al van het rekje. Gelukkig valt de schade mee. Dat belooft niet veel goeds. De heenreis verloopt verder zonder noemenswaardige incidenten.
Aangekomen bij ons hotel blijken daar tegenover twee pestvogels te huizen. In de loop van de week trek ik daar geinige foto’s van. Dat lukt door op zo’n Texelse graswal te klimmen. Een boze boer, of iemand die er uitziet als een boze boer, vindt dat het asociaal is om op de wal te staan en dat maakt een einde aan mijn fotokansen.
‘Het is voor mij ook Koningsdag’, snauwt de serveerster me toe als we ‘s avonds met de hele familie pizza gaan eten in een restaurant en ik na drie kwartier met de menukaart zwaai omdat we het gevoel hebben aan ons lot te zijn overgelaten.
De volgende dag sta ik weer op die graswal pestvogels te shooten. Komt weer die boer langs. Weer boos. Weer vindt hij me asociaal. Wellicht heeft hij een punt. ‘s Avonds scoor ik een baltsende houtsnip. Dan vergeet ik nog te vermelden dat we eerder die dag een morinelplevier zien.
Dag drie dip ik een wielewaal, een draaihals, een rode wouw en twee roodhalsganzen. Diezelfde dag is mijn vrouw mijn gevogel zat. Bovendien leest ze een boek over echtscheidingen ('Ik nog wel van jou') en luistert ze een podcast over hetzelfde onderwerp. Moet ik me zorgen maken?
We fietsen een rondje over het eiland. Kanoet, dwergstern, grote sterns, een leucistische scholekster en veel rosse grutto’s. Een bezoekje aan de film ‘De Terugreis’ in een kneuterige bioscoop in Den Burg redt de dag (en hopelijk onze relatie).
De volgende ochtend word ik wakker met een bloeduitstorting rondom mijn oog. Het ziet eruit of ik een dreun heb gekregen van mijn partner. Mijn schoonzusje informeert voorzichtig of het nog wel goed gaat tussen ons. Mijn vrouw googled en leest voor dat een bloeduitstorting bij het oog kan komen door hard hoesten of door te hard persen. Ik hoest zelden en over persen laat ik me niet uit. Mijn vader grapt dat hij daar wel een poedertje voor heeft en wappert opzichtig met een zakje. Leuk hoor, mij te kakken zetten ten overstaan van mijn hele familie.
Mijn niet vogelende vrouw gaat ‘s ochtends wandelen. Mooi zo, dat geeft mij de gelegenheid om te vogelen. Daarna gaan we ontbijten. Of ze nog een vogeltje heeft gezien tijdens haar wandeling, vraag ik haar. Nee, wel een rund, zegt ze. Een rund? Ze komt van de boerderij moet je weten. Bovendien luistert ze wederom een podcast over echtscheidingen. Dan ontgaan omgevingsgeluiden je. Oké. Samenvatting van de rest van de dag: paapje, gekraagde roodstaart, beflijster, bonte vliegenvanger, blablabla.
Mijn vrouw gaat twee dagen eerder naar huis. Waarom!? Ze moet nadenken over haar boek en podcast. We dobbelen wie er naar huis moet fietsen. Gelukkig valt het lot voor mij de goede kant op. Roodkopklauwier, wederom pestvogel en een eerste tuinfluiter.
De volgende ochtend word ik alleen wakker. Het slechte nieuws is dat ik afscheid heb genomen van mijn vrouw en dat ik een hop en verschillende bijeneters dip. Daar tegenover staat dat ik een kuifkoekoek en fluiter scoor. Vooral die kuifkoekoek is een knaller. En oh ja, we hebben al dagen prachtig weer.
Vandaag ontmoet ik de kleindochter en de achterkleinzoon van mijn grote voorbeeld Nol Binsbergen. We treffen elkaar tijdens de kuifkoekoek-excursie. Bovendien krijg ik een leuk boekje over haar opa over zijn foto-activiteiten op Texel. Leuk toch!
Vrijdag slaat het weer om, het is kouder en bewolkt. 17 morinelplevieren. In de buurt van De Cocksdorp lig ik uren plat op mijn buik op het strand rosse grutto’s, dwergsterns, noordse sterns en steenlopers te fotograferen. Dolletjes! Totdat er drie andere natuurfotografen, gestoken in camouflagekleding, achter me staan en alles opvliegt. Verbaasd kijk ik achterom. Ze geven elkaar in het Duits de schuld van het verstoren van de steltlopers. Voor mij een verstandig moment om weg te laufen, voordat ik er één op z’n Germaans een dreun voor zijn Kopf verkoop.
Jaco en Siebe arriveren. Gezellig! Een melding van een hop doet ons naar de Mokbaai haasten. Bij aankomst is hij gelijk in beeld. Hoppa!
De dag erna maken we een mooie fietstocht, bezoeken we het Vogelinformatiecentrum en staan de hop en een velduil centraal. Wederom mooi weer.
De laatste dag rijd ik naar huis en wat blijkt: mijn vrouw is er ook weer. Joepie! Gek genoeg ga je elkaar toch missen.
Eind goed, al goed…