In het Rottemerengebied huizen ‘her en der’ porseleinhoentjes. Het is september en dan kun je die ralletjes verwachten. Eén stippelhoen poseert al weken gewillig langs het fietspad bij de noordoever van de Zevenhuizerplas. Het voordeel van zo’n ‘long stayer’ is dat het hoentje went aan de aanwezigheid van bezoekers. Nou, ik er natuurlijk heen om een plaatje te trekken...
Om een laag camerastandpunt te geraken heb ik rubberen laarzen gekocht. In Amsterdam. In de Tuinstraat. 'Heeft u ook lieslaarzen?' 'Nee' zegt de verkoper, 'wij verkópen alleen laarzen'. Huh? 'Rubberen kaplaarzen. Van die bruine. Wel een beetje een poepkleur'. Dat is wel een ‘dingetje’. Toch neem ik ze, maat 43.
Zit ik trots met mijn gloednieuwe laarzen op mijn gat in de plomp bij die porzana plaatjes te schieten. Leuk toch! Gisteren ook en morgen weer. Achter mij zo’n veertig mede-natuurfotografen. Gezellige boel. Beetje netwerken, een geintje op z'n tijd, tikkeltje roddelen, je kent dat wel. Je moet wat. De gestippelde ral werkt goed mee. De ene ochtend is het licht wat prettiger dan de andere morgen.
Bijvangsten, je zit er toch.
Dan landden er pardoes twee glans-ibissen voor mijn toet. Zo zeg! Van de weeromstuit loopt het water zowat mijn laarzen in. Het gaat gelukkig net goed. Hup, ik slinger die ibissen gelijk op de kiek. Wederom met een laag camerastandpunt.
What's next?
Eerst acht, waarvan er zeven snel vertrekken, blijft er één over, daarna opeens twee...