Slechts tweemaal zag ik een papegaaiduiker in de Lage Landen. Eenmaal langs de vogeltrektelpost van West-Kapelle, waar anders. De vogel vloog ver, doch herkenbaar door mijn telescoopbeeld. Diezelfde winderige en natte dag in november scoorde ik ook mijn enige twee stormvogeltjes. Een dag om nooit te vergeten...
Mijn tweede puffin zag ik spijtig genoeg in de Vogelklas van Karel Schot. Papegaaiduikers zijn niet gemaakt om in een vogelopvang te bivakkeren. Dit zielige clowntje werd dan ook na te zijn opgelapt en geringd snel weer losgelaten langs de Brouwersdam. Ik was erbij om het loslaten op de foto te zetten. Altijd een mooi moment dat loslaten. De nog onvolwassen papduiker zwom snel de zee op. Ik riep hem na: “hopelijk tot snel. Niet hier, maar op een andere plaats!“
Omdat ik vorig jaar in Varanger in het noordoosten van Noorwegen niet het zeevogeleiland Hornøya kon bereiken wegens te sterke zeestroming, boekte ik voor de maand juni van dit jaar (2013) een trip naar Farne Islands (alias Puffin Islands) in de UK. Op Puffin Islands draait alles om de papegaaiduikers. Dat merk je al als je aankomt in Seahouses, het dorpje van waaruit de bootjes vertrekken naar de Farne Islands. De bakker verkoopt puffintaartjes, de souvenirshop heeft plugse puffins in alle soorten en maten en in de plaatselijke dorpskroeg kun je aan de bar een puffintattoo laten zetten. Dit laatste heb ik aan me voorbij laten gaan.
Wij maken twee dagen een boottocht naar de eilanden. De eerste dag lijkt alles goed te gaan. Er hangt een mooie sluierbewolking aan de lucht, we zien onderweg prachtige grijze zeehonden en er vliegen vele zeevogels om ons heen. Dan blijkt dat het extreem laag water is en we niet kunnen aanmeren op Staple Islands. Heb ik weer! Na twee en een half uur wachten is het water gelukkig ietsie gestegen en kunnen we aan wal.
Wat een eiland! Overal puffins! Waar je ook kijkt, je ziet ze overal. Dit moet het Mekka van de papduikers zijn! En wat zijn ze mooi. Marsepein! Minder leuk om te zien zijn de dikbuikige zilvermeeuwen, die zich gespecialiseerd hebben in het jatten van de gevangen vis van de papegaaiduikers.
Daarnaast broeden er op dit eiland veel kuifaalscholvers, drieteenmeeuwen, zeekoeten en alken. Ook zie ik een adulte leucistische kokmeeuw.
Het tweede eiland dat we in de middag bezoeken is Inner Farne. Hier zijn de noordse sterns de baas. Ze broeden overal, en dus ook naast en op het pad! Wie bekend is met broedende sterns weet hoe agressief deze vogels dan zijn! De tip iets op je hoofd te zetten is geen overbodige luxe!
De tweede dag verloopt op dezelfde wijze, inclusief de fijne sluierbewolking, alleen kunnen we nu wel gelijk Staple Islands op. Door opnieuw extreem laag water kunnen we het eiland pas een uur later dan gepland af. Dat is geen straf, ik fotografeer me suf! Het enige minpuntje aan het bezoeken van de eilandjes zijn de enorme aantal bezoekers. De boot zit propvol en de paden op de eilanden zijn overvol met medebezoekers. Dat is niet altijd prettig.
Naast de Farne Islands bezoeken wij Fowlsheugh (Falls Huge) in Schotland. Deze locatie is goed voor zeevogels, broedend tussen het Engelse gras. Dat geeft mooie plaatjes! Ook het Schotse Sint Abbs Head eren we met een bezoek.
De organisatie was in handen van Ronald Annema van Maron Natuurfotografie. Een aanrader. Engeland bereikten we door in IJmuiden de nachtboot naar Newcastle te nemen en v.v.
En dan nog dit. Verrassend genoeg zag ik op Staple Islands de opgeknapte puffin van Karel Schot! Ik herkende hem aan zijn ring. En niet alleen herkende ik hem, hij herkende mij ook. Ik weet het zeker. Het korte oogcontact sprak boekdelen. Hij was uitgegroeid tot een mooie papegaaiduikerman inclusief de bijpassende gekleurde snavel.
Niet hier, maar op een andere plaats...