Nu het korhoender is uitgestorven in Nederland, er verblijven alleen nog een paar uitgezette Zweedse plofkorhoenders op de Sallandse Heuvelrug, lijkt het me een geschikt moment om mijn ervaringen met de echte Hollandse laagland-korhoenders met jou te delen. Daar komt ie:
Oorsprong
Mijn liefde voor de korhoenders heeft een aantal redenen. Zo vertelde mijn vader vroeger geregeld hoe hij tijdens zijn diensttijd in Harskamp op oefening was en met een tank schietend door een heideveld reed en daar baltsende korhoenders aantrof.
Daarnaast hebben mijn ouders een fotoboek van Fred Hazelhoff met prachtige opnames van korhoenders: Dierenrijk Nederland. Fred omschrijft in zijn boek op meesterlijke wijze hoe hij in een koud en nat hutje korhoenders fotografeert, ondersteund met dramatische zwart-wit foto’s. Ik zat als kind vaak in dit boek te bladeren en heb zijn korhoenderverhaal tig keer gelezen. Wij noemden hem thuis Fred Hazelhoen, wat hij volgens mij nooit zo leuk vond. Hij keek er dan altijd een beetje beteuterd bij, zoals het een hazelhoentje betaamt. Dat maakt zijn ‘nickname’ zo treffend.
Tenslotte ben ik als tiener al eens naar de Sallandse Heuvelrug geweest. Twee keer zelfs. Toen mijn vader, mijn broers en ik in de jaren tachtig serieus naar vogels gingen kijken wilden wij natuurlijk graag een keer naar de korhoenders. Dat begrijp je. We stuurden lokale vogelaar David Uit de Weerd een brief, met wat steekpenningen, met de vraag waar de Sallandse korhoenders waren waar te nemen. Binnen een paar dagen kregen we een vriendelijke brief terug, met een gedetailleerd kaartje en een omschrijving waar de Sallandse kippetjes waren waar te nemen.
Eerste bezoek
Zaterdag 7 april 1990. Mijn vader, mijn broers Henk en Willem en ik reizen af naar de Sallandse Heuvelrug. We vertrekken vroeg uit Rotjeknor omdat het best een eindje rijden is en het een hele wandeling is vanaf het bezoekerscentrum naar de bolderplaats bij de Toeristenweg. Onderweg naar de Toeristenweg scoren we een zwarte specht, voor ons Rotterdammers een nieuwe soort. Mieters!
Het is een koude ochtend, vermeldt mijn logboek. Van 6.30 tot 8.00 uur zien en horen we vijf korhanen bolderen. Dan vliegen ze weg. We nemen ook nog eens vier hennetjes waar. Naast een uitgebreide beschrijving van de hanen, vermeldt mijn logboek dat sommige hanen geringd zijn en een zender dragen. Later die dag wordt de temperatuur aangenamer en vinden we een bokje op de plek die David ons uitgetekend heeft. Mijn broer Willem, hij is dan elf jaar, wordt tijdens deze vogeltocht ziek. Zelfs zo ziek dat mijn vader hem moet dragen.
Tweede bezoek
Vrijdag 29 maart 1991. Samen met mijn vader ga ik nog een keer naar de Sallandse Heuvelrug. We zien dit keer één mannetje en één vrouwtje korhoen. Mijn logboek vermeldt ook een waarneming van een boomleeuwerik.
Adri Hoogendijk
Net voor de eeuwwisseling ga ik steeds vaker op pad met natuurfotograaf Adri Hoogendijk. Hij is mijn oud-scheikundedocent van de middelbare school waar ik vanaf getrapt ben en door toeval komen we elkaar weer tegen. Deze ontmoeting leidt er toe dat we steeds vaker met elkaar gaan fotograferen. Ik ben dan een beginnend vogelfotograaf en Adri een ouwe rot in het vak. We hebben het dan over het analoge tijdperk. Van Adri leer ik serieus fotograferen. Met name zijn projectmatige aanpak is voor mij nieuw en een openbaring. Een goede foto is geen toevalligheid, maar een logisch gevolg van een gedegen voorbereiding.
Adri gaat dan al regelmatig naar de Sallandse Heuvelrug om korhoenders te fotograferen. Eerst fotografeert Adri met een los schuiltentje, dat hij met toestemming van boswachter Sjaak van Dijk in de buurt van de bolderplaats plaatst. Uiteraard wil ik niets liever dan met hem mee gaan.
Mkz-crisis
In 2001 zou ik voor het eerst met Adri meegaan naar de Sallandse Heuvelrug. Op de Sallandse Heuvelrug staat inmiddels in de buurt van de Toeristenweg een vaste schuilhut. De uit Almelo afkomstige Leo van der Schoor heeft deze hut gebouwd. In de eerste jaren is Adri één van de weinige vogelfotografen die vanuit deze hut fotografeert. In 2001 breekt de veeziekte mond-en-klauwzeer uit en is de Sallandse Heuvelrug verboden terrein. Voor mij in 2001 geen korhoenders. Heb ik weer!
Korhoenders fotograferen
Ingescande dia. 2003, toen al creatief ;-)
Analoge opnames van 2003.
Vanaf 2002 ga ik jaarlijks met Adri mee naar de Sallandse Heuvelrug voor de laagland-korhoenders. Eerst zijn wij nog één van de weinige fotografen en zitten we weekend aan weekend in de hut. Naarmate de jaren verstrijken weten steeds meer vogelfotografen van het bestaan van de hut en mogen wij minder vaak in de hut zitten.
Adri heeft een eigen sleutel van de hut en dat zorgt er voor dat wij niet alleen in de ochtend, maar ook in de avond de hut bezoeken. Korhoenders bolderen ook in de avond moet je weten. Ik geloof niet dat iemand dit ooit te weten is gekomen. De hut is ingegraven en dat zorgt ervoor dat je op ooghoogte fotografeert. Een mooi laag standpunt dus. De hut is krap en tochtig en weinig comfortabel. Niet te vergelijken met bijvoorbeeld de Han Bouwmeester-hutten van nu. Maar goed, je fotografeert er wel laagland-korhoenders!
In 2002 maak ik nog geen echt geslaagde foto’s van het korhoender, dat lukt me pas in 2003. In 2002 vindt Adri een staartveer van een korhaan. Die veer zit tot op de dag van vandaag in mijn logboek. In 2003 en deels in 2004 schiet ik nog analoog. Ik koop dan één diarolletje van 400 asa voor als het nog vroeg in de ochtend is. In 2004 maak ik mijn eerste digitale opnames van een korhennetje.
2002, een boom vol met hennetjes en de korhoenderhut van de buitenkant.
Mijn eerste digitale opname van een hennetje, 2 april 2004.
Na de vrijdagochtendsessie gaan Adri en ik in het bezoekerscentrum bijpraten en koffie drinken. Eerst met Hetty Bieleman en later met Tjibbe Hunink, Ine Nijveld en hun collega's. Zonder uitzondering worden wij vriendelijk en gastvrij ontvangen, zoals je verwacht van mensen uit het oosten des lands. We komen ook wel eens bij Tjibbe thuis om bijvoorbeeld ijsvogels te fotograferen.
Leo van der Schoor treffen we meestal wel elk bezoek ergens op de Holterberg. Hij wil dan even weten wat we voor de hut hebben gefotografeerd. Han Bouwmeester heeft ons een keer meegenomen om adders te laten zien en te fotograferen. Op mijn beurt neem ik Daan Schoonhoven mee. Wij slapen dan bij Daans moeder in Rijssen. Ook met Michel Veldt en met Marc Plomp heb ik weleens in de hut gezeten.
Na de ochtendsessie op zaterdag bestellen we koffie met appelgebak en slagroom bij hotel-restaurant Dalzicht, lezen we de Telegraaf en rijden daarna weer naar Rotterdam.
In de hut
In het donker loop je naar de hut. Alleen als je weet waar de hut staat en welke slenk je in moet lopen, kom je bij de schuilhut. Weet je dit niet, dan is het zoeken naar een speld in de hooiberg. Zit je eenmaal in de hut, dan is het pikkedonker. Eigenlijk begint dan al het echte genieten. Eerst hoor je een bosuil, dan een jodelende wulp en dan de veldleeuwerik. Daarna hoor je de korhoenders bolderen. Vlak voor de hut hebben we een takje neergezet waar met een beetje geluk een roodborsttapuit op gaat zitten. Een sappige meelworm helpt daarbij.
In de hut hangt een instructie, opgesteld door Adri zelf, wat wel en niet mag. Bijvoorbeeld dat je geen geluid mag maken als er een korhoender in de buurt zit. Dat je je lens niet te ver naar buiten mag steken, etc. Ook hangen er in de hut wat artikeltjes van Leo van der Schoor en korhoenderfoto's die Adri en ik gemaakt hebben in voorgaande jaren.
Niet altijd komt er een korhoender koekeloeren als je in de hut zit. Sterker nog, je moet best een portie geluk hebben. In de hut heb je alle tijd voor grappen en grollen, na te denken, ruzie te maken, slap te ouwehoeren, etc. De grappen worden steeds flauwer en er valt wel eens iemand in slaap. Zit je met twee personen in de hut, dan spreek je af wie er slaapt en wie er waakt. Het is Adri en mij weleens overkomen dat we beiden in slaap waren gevallen dat één van ons wakker schrok en dat er een korhoen voor de hut zat!
Een kijkje in de hut. Voorjaar 2005.
De eregalerij.
Het gebeurt ook weleens dat een korhoen op de hut zelf landt en niet ervoor. Dan is het een kwestie van doodstil afwachten en hopen dat de korhoender voor de hut gaat zitten.
In 2005 komt een bolderende korhaan op minder dan twee meter voor de hut. Ik had hem bijna gepakt en naar binnen getrokken. Had ik het maar gedaan! Nee, geintje!
Vlak voor de hut. Niet gecropt!
Ga je aan het einde van de ochtend uit de hut dan is de afspraak dat je alleen de hut verlaat als er geen vogelaars op de Toeristenweg staan. Zo blijft de aanwezigheid van de hut zoveel mogelijk geheim en storen vogelaars zich er niet aan dat er mensen over de heide lopen. Van het ongezien teruglopen maakt Adri een sport. Met zijn kenmerkende camouflagekleding (ik noem het zijn apenpakkie) sluipt hij door de slenk terug naar de Toeristenweg. Ik loop er dan een paar meter achteraan, in mijn gewone kleren, en buk alleen even als Adri achterom kijkt. Met regelmaat zien we met het teruglopen naar de auto een klapekster of een beflijster.
Korhoenderpaté
Tijdens een bezoek aan Finland om Scandinavische korhoenders te fotograferen, koop ik in een plaatselijke buurtsuper korhoenderpaté. Daar kan dat. Die paté is best lang houdbaar en ik bewaar het tot 4 april 2008. Toen aten Adri en ik de korhoenderpaté op een toastje in... de korhoenderhut op de Sallandse Heuvelrug!
Smikkelparadijs
Na de vrijdagavondsessies gaan we traditiegetrouw naar Isis, dé shoarmatent van Nijverdal. Wij noemen Isis het smikkelparadijs. En smikkelen kun je er! De shoarmaschotels van Isis zijn de lekkerste en de beste die ik ooit gegeten heb.
Illegale praktijken
Regeltjes zijn er om aan de laars gelapt te worden. Zo ook als het gaat om korhoenders fotograferen:
01 Kamperen
Adri en ik slapen altijd in een tentje op de natuurcamping vlakbij het bezoekerscentrum. Het probleem is dat de slagboom van de camping pas op één april open gaat en wij al in maart daar bivakkeren. Hoe lossen we dit op? Nou gewoon, door op de natuurcamping te slapen. Wij gingen al op donderdagavond vanaf Rotterdam die kant op en komen rond middernacht aan in Nijverdal. Adri rijdt met zijn auto dwars door het bos, dus niet over de weg, de camping op! Dat dit altijd goed is gegaan mag een wonder heten. Het is trouwens een keer behoorlijk fout gegaan. Adri rijdt midden in de nacht weer eens door het bos en blijft met zijn auto op een rechtopstaande boomstronk steken. Potver! Zijn auto is niet meer voor- of achteruit te krijgen. Die nacht doen we geen oog dicht, want we hebben uren nodig om zijn auto los te krijgen. Je kunt moeilijk de ANWB bellen. De boswachter al helemaal niet.
Dat kamperen zelf gaat ook weleens fout. Of we vergeten de tentstokken, dan weer de stop van een luchtbed, etc. Wel altijd dolle pret. Adri vliegt mij een keer naar mijn keel als ik hem wakker maak nadat hij door de wekker heen slaapt. Hij denkt dat ik een overvaller ben. Gelukkig loopt het goed af en kunnen we er achteraf hartelijk om lachen.
02 Voeren
Rondom de hut is het verboden te voeren. Ik noem geen namen, maar geloof me, ik heb nog nooit zoveel mais gezien als voor de korhoenderhut. De eerste jaren werkt dat perfect. De korhoenders komen meestal wel even voor de hut wat mais snoepen. Het voeren wordt oogluikend toegestaan. Later, als op voeren de straf 'verbanning uit de hut voor het leven' staat wordt er subtieler gevoerd, namelijk met boekweit. Boswachter Arend Spijker houdt de boel streng in de gaten. Hij vertrouwt ons voor geen meter.
03 Papieren hennetjes
Adri en ik hadden het idee dat we korhanen kunnen lokken met nep-hennetjes. Op mijn werk print ik op origineel formaat een paar hennetjes in kleur en plak ze op hardboard om ze vervolgens In de heide voor de hut te plaatsen. Zonder resultaat. En wat waren we schijterig dat we betrapt zouden worden!
04 Geluid
Zouden we weleens geluid hebben gebruikt om hoentjes te lokken? Bolder de bolder!
05 Rijden over de Toeristenweg
Rijden over de Toeristenweg is verboden tussen zonsondergang en zonsopgang. Streng verboden zelfs. Eerst parkeerden wij, met toestemming, in het Jodenbos en later elders op een parkeerplaats met een ontheffingskaart. Je moet dan een ingewikkelde route afleggen om daar te komen. Op een gegeven moment hebben wij hier genoeg van en ontdekken we dat de slagboom van de Toeristenweg niet altijd is afgesloten. Wij rijden dan gewoon over de Toeristenweg. Het eerste deel, daar waar Sjaak van Dijk woont, rijden we zonder licht om niet betrapt te worden.
Op een vroege en heldere ochtend rijden we weer eens over de Toeristenweg en lopen daarna in het donker naar de hut. In de verte horen we een auto aankomen. Dat is foute boel. We zijn zo slim om niet op het pad te blijven staan, maar we hebben ons een stukje verderop verstopt in de heide. De auto die komt aanrijden blijkt een politiewagen te zijn, die stopt bij onze auto. Gelukkig krijgen we geen prent, vermoedelijk omdat de agenten niet kunnen achterhalen dat het onze auto was die over de Toeristenweg had gereden. Daarna hebben we 's ochtends niet meer over de Toeristenweg gereden.
06 Het jatten van een verkeersbord
Op de Sallandse Heuvelrug stonden verkeersborden met het teken: pas op overvliegende korhoenders. Ik had ooit het snode plan zo’n bord te jatten voor thuis aan de muur. Leek me gewoon geinig! We zijn speciaal wezen kijken welke maat steeksleutel we nodig hadden, maar tot de daadwerkelijke diefstal komt het niet. Je geweten speelt dan toch op. Als iemand zo’n verkeersbord thuis in de garage heeft staan, ik houd me aanbevolen. Dan wordt mijn eerlijkheid alsnog beloond.
Goede Vrijdag
Op een Goede Vrijdag, vroom als we waren, gaan Adri en ik in Holten een keer naar een kerkdienst. Alle regels aan onze laars lappen, dat wel, maar wel de protestante kerkganger uithangen. Omdat we rechtstreeks uit de hut komen, loopt Adri de kerk binnen in zijn apenpakkie (camouflagepak) en wij allebei met een 500mm-lens in onze hand. Die laat je niet in je tentje of auto liggen. Ook in het oosten van het land niet. Dat begrijp je. Die Holtense kerkgangers zullen best raar hebben opgekeken. Amen!
Aantal ontwikkeling korhoenders
1997: 32 hanen en 22 hennen
1998: 23 hanen en 19 hennen
1999: 23 hanen en 17 hennen
2000: 16 hanen en 17 hennen
2001: 15 hanen en 12 hennen
2002: 09 hanen en 11 hennen
2003: 15 hanen en 05 hennen
2004: 16 hanen en 10 hennen
2005: 14 hanen en 06 hennen
2006: 23 hanen en 10 hennen
2007: 15 hanen en 11 hennen
2008: 12 hanen en 12 hennen
2009: 12 hanen en 14 hennen
2010: 07 hanen en 07 hennen
2011: 04 hanen
2012: 02 hanen
Ik zeg afname, daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben.
Een exclusief foto-arrangement
Op 17 april 2009 nemen Adri en ik deel aan een exclusief foto-arrangement, in de vorm van een heidewandeling. Dit alles onder leiding van boswachters Arend Spijker en Sjaak van Dijk. Martin Roos, toenmalig districtshoofd Salland-Twente van Staatsbosbeheer, nodigt ons hiervoor hoogst persoonlijk uit. Dat jaar mag de hut niet bezocht worden door fotografen. Het bezoeken van de hut zou te veel verstoring opleveren voor de korhoenders. Adri en ik protesteren, we geloven namelijk niet in fotokansen tijdens dit arrangement. Bovendien, lopend een bolderende korhoender benaderen levert veel meer verstoring op. Onze protesten leveren niets op en wij besluiten deel te nemen aan het arrangement.
De wandeling levert een wegvliegend hennetje op en zeven waarnemingen van een wegvliegend haantje. Alles op grote afstand. Wat een verstoring. En geen fotokansen. Het jaar erop is de hut weer te boeken voor fotografen.
Oorzaak verdwijnen korhoender
Omdat ik geen ecoloog ben, geen bioloog, maar een fotograaf en een verhalenverteller moet je mij niet vragen naar de oorzaak van het verdwijnen van de korhoender. Zoek het in de hoek van de stikstofproblematiek, vergrassing van de heide, het ontbreken van geschikte insecten voor de kuikens, een slinkende genenpool, bla, bla, bla.
Geruchten van bijplaatsingen
Er zijn in het verleden geregeld geruchten van eerdere bijplaatsingen van korhoenders op de Sallandse Heuvelrug. Ik heb daar best uitgebreid navraag naar gedaan, bijvoorbeeld bij lokale vogelaars, boswachters en bij Staatsbosbeheer. Nooit kon ik enig concreet bewijs hiervoor vinden. Genetisch onderzoek onder de Sallandse korhoenders heeft dit gerucht ontkracht (Korhoenders op de Sallandse Heuvelrug. Een populatie-genetische analyse van het wel en wee van Nederlands laatste populatie. Alterra, Wageningen, 2004).
Naar het einde
2010 mijn laatste Neerlandse korhoender die ik fotografeer.
Op 9 april 2010 fotografeer ik mijn laatste korhoen op de Sallandse Heuvelrug. Ik ben er samen met Marc Plomp. In 2011 ben ik nog één keer met Adri naar de Sallandse Heuvelrug geweest. Tot een foto komt het niet. Wel horen we een korhaan tweemaal roepen. Er staat nog een tweede trip gepland in 2011, samen met wijlen Gerard Visser. Echter heb ik dan last van een pittige hernia, zo erg dat ik niet meer kan zitten en niet zo ver kan autorijden. Die tweede trip is spijtig genoeg dus nooit doorgegaan.
In 2010 is er een nieuwe korhoenderhut geplaatst. Groter dan de vorige hut. Die hut zou zijn gemaakt om hoogwaardigheidsbekleders de korhoenders te laten zien. De oude hut was daar te oncomfortabel voor. Of er vanuit de nieuwe hut veel bobo’s korhoenders hebben gezien waag ik te betwijfelen.
In 2012 zijn er nog maar twee korhanen over en wordt er een begin gemaakt van het bijplaatsen van Zweedse korhoenders. Voor mij een reden om niet meer naar de Sallandse Heuvelrug te gaan. Die Zweedse korhoenders zijn namelijk andere vogels, geen laagland-korhoenders, en kunnen niet voorkomen dat korhoenders uitsterven in Nederland.
Hoe het afloopt
Het laatste wilde korhoen (een geringd hennetje) wordt op 20 april 2015 gefotografeerd door Edwin Winkel.
In 2020 geeft PostNL één van mijn korhoenderfoto’s, gemaakt vanuit de Sallandse korhoenderhut, uit als postzegel. Voor mij voelt dat als een bekroning.
Adri trouwt met zijn Lydia, koopt een hond, verhuist naar Duitsland en stopt met fotograferen. Zo zijn we elkaar uit het oog verloren. Je stuurt elkaar nog een paar jaar een kerstkaart, een appje, maar ook dat verwatert. Al met al hebben we samen heel veel plezier beleefd op de Sallandse Heuvelrug. De goede herinneringen en de korhoenderfoto’s blijven.
Opgetekend voorjaar 2020.
Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer...