Niet minder dan zeven ralreigers heb ik in Nederland waargenomen. Allen in Zuid-Holland. Hoewel ik bekend sta als de woudaap-fluisteraar van de Lage Landen, wil je weleens iets anders. Dan ga je naar een kwakkie of een ralreigert ...
Over die laatste gesproken: voor mijn eerste ralreiger moest ik spijbelen en werd daardoor van school gebonjourd. Vijftien was ik en nog geen vogelfotograaf. Wel een twitcher. We schrijven juni 1990.
Van mijn tweede ralreiger maakte ik een analoge foto, alle koffie-verkeerd-gekleurde-reigers daarna gingen digitaal op de gevoelige plaat.
Nummer 5, die van Berkenwoude, was ‘found by my self’. Daar schep ik graag over op.
De laatste, die van Berkel en Rodenrijs, is het tamst en het meest fotogeniek. Ik bezoek hem vier keer. Vijf keer zelfs. Elke keer is anders. De ene keer zit ie in de schaduw, dan weer in een opkomend zonnetje en een andere keer op de waterlelies. Meestal zit de reiger op de ‘beschutting’, een houten rand, hetgeen ik als niet al te fraai ervaar.
Het is altijd gezellig en meestal druk met vogelliefhebbers. Ook een soort reünie van oude bekenden. Je deelt dan sterke verhalen. Een soort visserslatijn, maar dan over vogels.
Dat dus. Op naar nummer acht, hopelijk wederom in Zuid-Holland…
‘Mijn’ zeven ralreigers
01 Nieuwkoop, juni 1990
02 Hoeksche Waard, juli 2002
Analoge opname.
03 Alblasserdam, juli 2005
04 Schipluiden, juni 2007
05 Berkenwoude, juni 2018
06 Rottemeren, juni 2021
07 Berkel en Rodenrijs, juli 2022