Als je begint met vogels fotograferen, zit je ongetwijfeld met heel veel vragen. Onderstaande tips kunnen je een beetje op weg helpen in het donkere doolhof dat vogelfotografie heet.
Waar moet je aan denken, als je als beginnend vogelfotograaf op pad gaat?
Wat neem je mee, wat zijn de do’s en don’ts? Hierbij 20 tips, in willekeurige volgorde:
1. Gebruik een statief
Eénpoot, driepoot, schommelkop, etc., ze zijn er in vele soorten, merken en maten. Een stevig statief voorkomt onnodige (bewegings)onscherpte.
2. Ga eens op pad met een ervaren natuurfotograaf
Veel fotografen zijn niet te beroerd hun kennis te delen en van een ervaren fotograaf kun je veel leren. Daarnaast is met een ander op pad gaan veel gezelliger en wellicht kun je de benzinekosten delen.
3. Kijk naar geslaagde foto’s van andere fotografen en probeer die na te maken
Goed gekopieerd is beter dan slecht bedacht. Door veel naar bestaande foto’s te kijken leer je patronen en stijlen herkennen en dat helpt je weer om een eigen stijl te ontwikkelen.
4. Fotografeer vogels in vlucht
Houd rekening met de windrichting. Vogels vliegen graag tegen de wind in (dan behouden ze meer controle). ‘Trek’ je camera mee met de vliegrichting van de vogel en zorg voor een korte sluitertijd (bijvoorbeeld door een hogere iso-waarde of een laag diafragma-getal). Houd het simpel, begin niet met de zeer wendbare gierzwaluw!
5. Sluit je aan bij een vereniging of een fotoclub
Waarom het wiel opnieuw uitvinden als je de kennis van clubleden kunt gebruiken? Tijdens clubavonden kun je veel leren over bijvoorbeeld fototechnieken of camerabeheersing.
6. Leer het gedrag van je onderwerp kennen
Sluit je aan bij de lokale vogelwerkgroep of natuurclub. Kennis van het onderwerp is wenselijk. Wat betekent het als een vogel zijn ontlasting dumpt? Waarschijnlijk dat je te dichtbij bent gekomen, dat hij bang is en zal wegvliegen.
7. Oefen in je tuin met een pluche beest je techniek te beheersen
Onder- en overbelichten, diafragma, iso-waarden, ruis, sluitertijd, alles kun je zo op je gemak uittesten. Mijn favoriet is een pluche auerhaan; altijd weer een kunst om de witte en zwarte delen goed belicht te krijgen!
8. Zoek het niet te ver, maak foto’s vlakbij huis
Als je dicht bij huis sterke foto’s kunt maken, dan kun je dat ook elders. Andersom is niet zo vanzelfsprekend. Bovendien zijn tuin- en parkvogels zijn meestal niet zo schuw, dus handig om op te oefenen!
9. Durf te vragen!
Stel vragen op fora als je iets niet weet. Domme vragen bestaan niet.
10. Een goede foto zit hem niet in een dure camera
Verwacht van het merk of het type camera geen wonderen. JIJ maakt de foto! Een foto komt voornamelijk tot stand door wat de fotograaf er in stopt (originaliteit, vlakverdeling, compositie, maar ook het stil houden van de camera, etc).
11. Wees creatief
Probeer eens iets anders dan een ‘standaardportretje’ te maken. Maak bijvoorbeeld eens een ‘Van der Greefje‘. En wat dacht je van een tegenlichtopname?
12. Denk na over de compositie
Het onderwerp niet centraal in de foto plaatsen wordt over het algemeen gewaardeerd (waarbij het onderwerp de ruimte in kijkt). Google eens op gulden-snede, dat is een veel gebruikte (en sterke) compositie.
13. Denk na over de voor- en achtergrond
Veel fotografen zijn al blij als het onderwerp goed op de foto staat. De voor- en achtergrond hebben ook een belangrijke en bepalende functie in de foto. Probeer daar rekening mee te houden!
14. Denk out-of-the-box
Verruim je blik, doe eens iets anders dan de rest met bijvoorbeeld een niet-standaard-compositie of een onverwachte lenskeuze.
15. Experimenteer met diverse camerastandpunten
Een laag camerastandpunt kan erg fraai zijn. Zak eens door je knieën of ga op de grond liggen.
16. Less is more
Naast het gebruik van een telelens kan een groothoeklens bijzonder resultaat opleveren. Less is immers more.
17. Gebruik een schuilhut of burka
Met deze hulpmiddelen kun je jezelf goed verbergen, bijvoorbeeld bij een drinkplasje. Dieren wennen verbazend snel aan je aanwezigheid als je deze hulpmiddelen gebruikt. Er zijn vele commerciële aanbieders die mooi materiaal verkopen. Je kunt hem natuurlijk ook zelf fabriceren.
18. Kleed je warm aan
Langdurig buiten zijn maakt stijf en koud en dat is lastig fotograferen. Met koude vingers kun je nauwelijks nog goed afdrukken, dus kleed je warm aan. Bij voorkeur met verschillende lagen, die je, naar gelang je het koud of warm hebt, kunt toevoegen of verwijderen.
19. Pas op voor teken
Teken zijn kleine parasieten die ongemerkt op je lichaam kruipen en bloed uit je lichaam zuigen. Het vervelende is dat ze de ziekte van Lyme kunnen overbrengen. Zorg ervoor dat je altijd een tekentang bij je hebt, draag een lange broek en controleer thuis je lichaam op teken.
20. Geniet!
Natuurlijk is het hoofddoel om mooie foto’s te maken, maar vergeet niet te genieten van de prachtige omgeving, de zingende vogels, de bloeiende bloemen en de leuke mensen die je tegenkomt.