Een roerdomp vinden is niet zo bijzonder. Gebeurt me elk kwartaal wel een keer. Ik ben een polderboy hé, die gasten kunnen dat. De roerdomp die ik recent vond is wel bijzonder. Dat ga ik uitleggen...
De rietreigert die ik laatst vond zat op een steenworp afstand van mijn huis. Gewoon midden in een houtje-touwtje woonwijk in een lullig slootje. We hebben het over Rotterdam Nesselande. Best bijzonder hè!?
Nog ‘bijzonderder’ is dat er elk uur tientallen mensen langsfietsten en dat meneer 'de schuifuit' daarvan niet op of om kijkt. Die fietsers overigens ook niet van die roerdomp, maar dat is een ander verhaal.
Best speciaal is dat ik hem in het pikkedonker heb gevonden omdat ie toevallig oppopt in de schijnsel van mijn fietslamp. Gewoon in het voorbij fietsen in een geinige bocht! Best knap van mij, al zeg ik het zelf. Ik was op die vroege ochtend al fietsend op weg naar mijn werk en had geen tijd om uitgebreid te stoppen. Ik ging naderhand zelfs twijfelen of mijn waarneming wel klopte.
Toevallig had ik een lange dag, afsluitend met een etentje. Dat heb ik dan weer. Je begrijpt dat het wederom aardedonker is eer ik naar huis fiets. Ik weer in het riet schijnen met mijn fietsverlichting. En jawel hoor, hij zit er nog! Volgens mij was hij net zo verbaasd me weer te zien als ik hem! Of hij deed alsof, dat kan natuurlijk ook.
En nu komt het aller bijzonderst. De volgende ochtend is hij nog steeds van de partij. Weer op hetzelfde stekkie. Weer die verbaasde blik van hem. Zo van: nee, niet weer die gast! Je begrijpt dat ik hem 'stante pede' met mijn camera te lijf ben gegaan. Klik, klak, hatseflats!
Jammer tenslotte dat ik hem net niet vanuit mijn dakraam kon zien. Zo staat hij niet op mijn ‘vanuit huis of tuin gezien’-lijst. En dat is dan toch nog bijzonder spijtig...