Van 18 tot 25 maart 2013 bezocht ik Kangerlussuaq, Groenland om barmsijzen te fotograferen. Wat? Kangerlussuaq? Hoe spreek je dit uit? Geen idee, dit kunnen alleen de Eskimo’s...
Kangerlussuaq is een klein dorpje rond een vliegveld. Dit vliegveld is een voormalige luchthaven van de USA en werd gebruikt tijdens de 2e Wereldoorlog en tijdens de koude oorlog. In Kangerlussuaq is het normaal gesproken in maart bitter koud, maar tijdens mijn verblijf was het, voor Kangerlussuaqse begrippen, buitengewoon warm. Overdag rond 0 graden Celsius en 's nachts rond de -10 graden Celsius. Lucky me! Ik behoor namelijk tot het type koukleum. Het warme weer resulteerde er in dat er nauwelijks sneeuw lag. Daar was ik dan weer minder gelukkig mee. Normaal gesproken is de sneeuw hier pas een maand later verdwenen. Naast de barmsijzen zag ik één sneeuwgors en vele raven.
Van de barmsijzen vind ik de Groenlandse witstuitbarmsijs het mooist van allemaal. Het lichte verenkleed, het grote formaat en zacht roze kleur op de borst en stuit maken deze vogels tot beauty's. Daarnaast zijn ze voor een Europeaan bijna onbereikbaar. Slechts eenmaal werd ons land vereerd met een bezoek van deze Inuit (in 2003). Helaas was ik onwetend over dit bezoek. Zo af en toe worden de Shetlands aangedaan, ook niet naast mijn deur. Afgelopen decembermaand verbleef er één in ‘mainland’ Engeland, die heb ik samen met Max bezocht. Wat een prachtige vogel! Dat riekt naar meer, dacht ik toen. Daarom mijn bezoek aan Groenland.
Fotograferen in Groenland is alles behalve hard werken. Het fotograferen beperkt zich tot het eerste uurtje na zonsopkomst en de laatste drie uur voordat de zon achter de bergen verdwijnt. De rest van de dag is het licht te hard en besteed ik mijn tijd aan het uitzoeken van mijn foto's, socializen met de locals (en digitaal met het thuisfront), nadenken over het leven en voorbereiden op de volgende sijzenfotosessie.
Naast de lodge waar ik verbleef heb ik een eigen feeder gemaakt, die al snel door de barmsijzen werd gevonden. Mijn barmsijsvrienden zijn tam en van dichtbij te bekijken. Ze zijn zo mak dat het nog wel eens gebeurt dat er een vogel abusievelijk op mijn knie, mijn schouder of op mijn hoofd gaat zitten! Deden 'mijn' woudapen dat maar! Na een tijdje ga je individuen herkennen. Eén vogel landt altijd als eerste op de voerplaats, de rest van de crew vind dit prettig, ze weten dan dat de kust veilig is. Een ander is ziek, dat zie ik aan de conditie van haar veren. Ik heb medelijden met haar, maar ik kan haar niet helpen. Een derde is haantje de voorste en weer een ander blijft een beetje op afstand en kijkt me wantrouwend aan alsof ik elk moment kan veranderen in een sperwer. En dan hebben we Het Loeder. Sorry voor de naamkeuze, maar ik noem hem zo omdat hij zo ontzettend agressief is. Ongelofelijk! Hij komt vaak als laatste en begint eerst fel om zich heen te pikken totdat de hele groep op afstand is. Onnodig, want barmsijzen zijn alleraardigste wezens en gunnen elkaar zijn of haar deel. Het Loeder is zo druk met verjagen van zijn soortgenoten dat hij nauwelijks zelf aan eten toekomt.
Eén barmsijs is mijn echte mattie. Hij komt steeds naar me toe en eet de zaadjes die uit mijn rugtas vallen. Ik geniet van zijn close aanwezigheid. Hij kijkt me regelmatig aan met een blik van: wat bezielt jou hier te zijn? Goede vraag! Meermalen ben ik in staat hem te vangen zo vertrouwd is hij geworden. Als ik deze noorderling vang, kan ik een veer uittrekken voor DNA-analyse. Ik weiger het. Ons wederzijds vertrouwen zet ik niet op het spel ten behoeve van de wetenschap.
De dagen gaan voorbij. Na ruim een week is het goed weer naar huis te gaan. De laatste dag besluit ik niet meer te fotograferen, maar de vogels goed te bekijken en in me op te nemen. Ik neem afscheid van mijn barmsijzen. Mijn laatste voorraad zaad strooi ik uit op mijn feeder, het voelt als een ritueel.
Beschrijving van de vogels:
In Kangerlussuaq komen 2 type barmsijzen voor. De Groenlandse witstuitbarmsijs (Carduelis hornemanni hornemanni) en Groenlandse barmsijs (Carduelis flammea rostrata). Van de Groenlandse witstuitbarmsijzen waren ongeveer 30 tot 50 exemplaren aanwezig en van de Groenlandse barmsijs 1 exemplaar. Volgens de mensen die ik sprak in Kangerlussuaq verblijven Groenlandse witstuitbarmsijzen in de winter tot half april in Kangerlussuaq, daarna trekken ze noordwaarts weg om elders te broeden. De Groenlandse barmsijzen zijn broedvogels rond Kangerlussuaq en arriveren in het voorjaar en verblijven hier tot en met het najaar. Deze barmsijzen overwinteren zuidelijker.
De Groenlandse witstuitbarmsijzen zijn eenvoudig te herkennen door hun lichte uiterlijk en hun forse formaat. In vlucht is de lichte stuit en het grote formaat opvallend. De vogels ogen 'zwaar' (bulky) voor een barmsijs. Over het algemeen zijn deze barmsijzen uniform van kleur. Een lichte basiskleur met weinig streping (bij mannen weinig en bij vrouwtjes wat meer) en bruintinten. Alle vogels hebben een zeemkleurig gezicht, een zwart keeltje en een klein rood petje. De stuit is wit en slechts een enkeling heeft een minimaal zwart streepje in de stuit. De onderstaartdekveren zijn wit, slechts een enkeling heeft een dun zwart streepje op de onderstaart. De mannen zijn minder getekend dan de vrouwen en hebben, meer of minder, een roze zweem op gezicht, borst en stuit. De witte band boven de snavel is breed (maar regelmatig boven de snavel onderbroken door zwart). De pootbevedering is lang en 'los'. De snavels zijn over het algemeen fors. De pootkleur is diep zwart. Ondanks dat de vogels over het algemeen een uniform uiterlijk hebben is er wel enige variatie in verenkleed. Sommige (overjarige?) mannen zijn lichter dan andere mannen en de ene vogel is meer gestreept dan de ander.
De Groenlandse barmsijs valt op door zijn iets kleinere formaat dan de Groenlandse witstuitbarmsijzen en het donkerbruine voorkomen. Dit laatste valt ook op in vlucht, de vogel oogt dan enorm donker. De vogel is zwaar gestreept. Verder heeft deze vogel een forse snavel en is de pootbevedering korter dan bij Groenlandse witstuitbarmsijzen. De stuit is wit en zwaar en donker gestreept. De pootkleur is zwart. Ten slotte valt op dat deze vogel op de feeders veel agressiever is dan de andere barmsijzen. Het is mij niet duidelijk (op basis van dit ene individu) of dit individueel of soort gebonden gedrag is.
In het najaar van 2013 heeft Birding World een artikel geplaatst over mijn reis naar de barmsijzen.
- Arctic Redpoll
- Hoary Redpoll
- Coues's Arctic Redpoll
- Hornemann's Arctic Redpoll
- Greenland Redpoll
- Greenland Hoary Redpoll
- Greater redpoll
- Grote witstuitbarmsijs
- Hvidsisken
- Sizerin blanchâtre
- Polarbirkenzeisig
- Pardillo de Hornemann
- Organetto artico
- Acanthis hornemanni